Plan: | Wijzigingsplan Scherpenheuvel 7 te IJzendijke |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1714.wpscherpenheuvel11-ON01 |
De initiatiefnemer is voornemens op de planlocatie het bestaande agrarisch bouwperceel te vergroten om uitbreiding van de bestaande veehouderij mogelijk te maken. De initiatiefnemer is voornemens het bedrijf uit te breiden naar een omvang van 140 melkkoeien en 100 stuks jongvee. Hierbij zal de bestaande ligboxenstal worden verlengd, een nieuwe loods worden gebouwd, nieuwe voeropslag worden aangelegd en een grotere mestopslag gerealiseerd worden. Tevens zal nieuwe erfverharding worden aangelegd ter ontsluiting van de nieuwe bebouwing.
In de gewenste situatie zal het volgende aan verharding worden opgericht:
Bebouwing
-------------------------------------------------
Uitbreiding ligboxenstal: 1.205 m2
Loods: 375 m2
Voeropslag: 1.650 m2
Mestopslag: 200 m2
-------------------------------------------------
Erfverharding: 1.000 m2
-------------------------------------------------
Totaal: 4.430 m2
De toename in verhard oppervlak bedraagt dus 4.430 m2.
Het huidige bouwvlak is niet groot genoeg om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken en zal dus moeten worden vergroot. Het is hierbij wenselijk het bouwvlak te wijzigen en te vergroten naar 2 hectare. In onderstaande figuur is de gewenste situatie weergegeven.
Gewenste situatie
Bron: DLV Bouw, Milieu en Techniek B.V.
De gemeente heeft als antwoord op het eerder ingediende principeverzoek ten behoeve van dit plan door middel van een brief (datum 27 juli 2011) aangegeven in principe medewerking te willen verlenen aan de plannen van de initiatiefnemer, mits de ontwikkeling geen nadelige gevolgen heeft op de ruimtelijke, milieutechnische en landschappelijke aspecten. In dit plan wordt verder aangetoond of sprake is van eventuele nadelige gevolgen op de genoemde aspecten. Voor de brief van de gemeente met daarin het antwoord op het principeverzoek wordt verwezen naar bijlage 1 van dit plan.
Bij nieuwe ontwikkelingen is het van belang dat de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving niet verloren gaat of, als mogelijk, juist wordt versterkt. Tevens is vanuit het ruimtelijke beleid een goede landschappelijke inpassing een vereiste. Om te onderzoeken of de ontwikkeling mogelijk kan bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving is door een landschapsdeskundige een tekening opgesteld waarop is aangegeven hoe de voorgenomen ontwikkeling landschappelijk zal worden ingepast. Deze tekening is in onderstaande figuur weergegeven.
Tekening landschappelijke inpassing.
Bron: ECOquickscan.
Om aan te tonen dat de voorgenomen ontwikkeling op een goede manier landschappelijk wordt ingepast is een landschappelijk inrichtingsplan opgesteld. In dit inrichtingsplan is beschreven op welke manier de voorgenomen ontwikkeling landschappelijk wordt ingepast en welke soort beplanting daarvoor wordt toegepast. De uitgangspunten uit dit inrichtingsplan zijn als volgt:
"Het erfinrichtingsplan voorziet in een inpassing van de beoogde nieuwbouw door middel van het doorzetten van de huidige beplanting. Het assortiment zal ook aansluiten op de reeds aanwezige beplanting. Dit geeft een homogeen beeld en maakt het beheer (voorzetten van huidig beheer) goed inpasbaar in de bedrijfsvoering.
De beplanting bestaat uit een 5 meter brede houtsingel met overstaanders in de vorm van (knot)bomen. Alleen de zijde die zichtbaar is vanaf de Scherpenheuvel zal ingeplant worden. Om zoveel mogelijk van het open karakter van de polder te behouden zal de achterzijde en de, vanaf de openbare weg, niet zichtbare zijde van het erf niet voorzien worden van beplanting."
Voor het gehele inrichtingsplan wordt verwezen naar bijlage 2 van dit plan.