Plan: | Molenstraat 35a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0866.BP00148-0001 |
Door Van Vleuten Consult bv is in januari 2007 op de locatie aan de Molenstraat 35a in Waalre een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse. Voor de locatie is uitgegaan van de hypothese ‘onverdacht’. De rapportage met het kenmerk CV07025VBO is als separate bijlage aan voorliggend bestemmingsplan toegevoegd.
Op basis van de analyseresultaten kan worden geconcludeerd dat een aanvullend onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem van het plangebied nodig is. Verder zijn er in de bodem van het plangebied geen verontreinigingen aanwezig die een belemmering vormen voor de voorgenomen ontwikkeling.
Door Van Vleuten Consult bv is voor het plangebied een onderzoek naar het voorkomen van asbest in de bodem uitgevoerd. Het onderzoek is als separate bijlage bij voorliggend bestemmingsplan opgenomen (rapportage d.d. 3 april 2007, kenmerk CV07025ABO).
Voor een deel van het plangebied is een verontreiniging met asbest in de bodem geconstateerd. Er wordt geadviseerd de verontreiniging te saneren voordat wordt gestart met graafwerkzaamheden.
Voorafgaand aan de sanering dient de omvang en verspreiding van de verontreiniging in het horizontale vlak in kaart te worden gebracht. Hiervoor is een aanvullend onderzoek nodig.
Momenteel wordt het benodigd aanvullend asbestonderzoek uitgevoerd, waaruit duidelijk wordt hoe groot de asbestverontreiniging in het plangebied exact is. Voor vaststelling van het bestemmingsplan zijn de resultaten van het aanvullend onderzoek bekend. Afhankelijk van de omvang van de verontreiniging blijkt wie het bevoegd gezag vormt voor de aanpak van de verontreiniging. Bij een kleine omvang, tot circa 25 m3, vormt de gemeente het bevoegd gezag. Grotere verontreinigingen moeten worden behandeld door de provincie.
Indien de omvang van de verontreiniging dermate klein blijkt en de gemeente het bevoegd gezag is, wordt de eis gesteld dat de asbestverontreiniging wordt verwijderd tot onder de daarvoor wettelijk geldende norm. Deze verwijdering dient vóór verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen te hebben plaatsgevonden, zodat er geen belemmeringen bestaan voor het toekomstige gebruik van het plangebied als woongebied.