direct naar inhoud van 5.5 Archeologie
Plan: Molenstraat 35a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00148-0001

5.5 Archeologie

In juli 2007 is door Becker & Van de Graaf aan de Molenstraat 35a te Waalre een inventariserend archeologisch veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is het inzicht krijgen in de vormeenheden van het landschap in het plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn geweest op de bruikbaarheid van de locatie door de mens in het verleden. Het onderzoeksrapport, met projectnummer 05240607/23631, is als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen. De resultaten van het onderzoek worden hierna weergegeven.

Het plangebied ligt op een dekzandrug die is gevormd in het Weichselien, in de periode tussen circa 120.000 jaar geleden en 10.000 jaar geleden. Vanaf de Late Middeleeuwen is erop door akkerbemesting een esdek gevormd.

Het plangebied heeft volgend de IKAW en de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant een middelhoge of hoge archeologische verwachtingswaarde. Dit betekent dat de kans groot is dat er bij graafwerkzaamheden archeologische waarden kunnen worden aangetroffen. Deze hoge waardering is voornamelijk gebaseerd op de aanwezigheid van een esdek. Uit het veldonderzoek is echter gebleken dat het bodemprofiel tot in het archeologische niveau verstoord is geraakt. De verwachting op het aantreffen van een archeologische vindplaats in het plangebied is daarom laag.

Buiten fragmenten recent puin en sintels zijn er in de boringen in het plangebied geen archeologische indicatoren aangetroffen. Archeologische waarden worden gezien de grote mate van verstoring in de bodem niet verwacht.

Het oorspronkelijke bodemprofiel is tot een diepte van circa 0,5 tot 1,5 m beneden maaiveld tot in het dekzand verstoord geraakt. Met name in het westelijk deel van het terrein is het gebied vermoedelijk afgegraven, vermoedelijk ten behoeve van de aanleg van het terras en ter verbetering van de vochthuishouding van het gebied.

Door de voorgenomen graafwerkzaamheden worden hoogstwaarschijnlijk geen archeologische waarden verstoord omdat die naar verwachting niet (meer) intact voorkomen.

5.5.1 Conclusie

Tijdens het veldonderzoek is geconstateerd dat de bodem in het plangebied verstoord is tot in het archeologisch niveau. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats ter plaatse. Naar verwachting zijn er in het plangebied geen archeologische waarden meer aanwezig.

Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt een vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht.

Indien toch archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 47, bij de burgemeester gemeld te worden.

5.5.2 Selectiebesluit

Het inventariserend archeologisch veldonderzoek is door het bevoegd gezag, in de vorm van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), beoordeeld (d.d. 17 december 2009, opgenomen als bijlage bij dit bestemmingsplan). Met inachtneming van enkele inhoudelijke opmerkingen stemmen zij in met de aanbeveling van het onderzoek om in het plangebied geen archeologisch vervolgonderzoek te verrichten.

Gezien de beperkte omvang van het te verstoren oppervlak en daarmee samenhangend de kleine kans op een aanwezige intacte vindplaats, achten zij het reƫel om het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling.