Plan: | Kendix-terrein |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0866.00159-0201 |
Ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling dient te worden verwoord hoe er in het plan met de aspecten water en ruimte rekening wordt gehouden in relatie tot enerzijds het waterbeleid en anderzijds de waterhuishouding. Door AGEL Adviseurs is daarom een watertoets verricht. De volledige rapportage, d.d. 9 januari 2012, is als bijlage opgenomen. Hierna is een samenvatting weergegeven.
De locatie betreft een gebied zonder open water. In de directe omgeving van de te ontwikkelen locatie is geen open water aanwezig waarop regenwater geloosd kan worden. Het terrein ligt niet in een grondwaterbeschermingsplan. Het grootste gedeelte van het regenwater wat valt op de locatie wordt momenteel afgevoerd via een gemengd rioolstelsel en sluit aan op de straten rondom de ontwikkelingslocatie die eveneens zijn voorzien van een gemengd rioleringsstelsel.
Novaform Vastgoedontwikkelaars is voornemens om op de locatie 'Kendix' te Waalre een inbreidingsplan uit te voeren. De toekomstige ontwikkeling omvat de realisatie van appartementen, grondgebonden woningen en parkeerplaatsen.
Voor het plangebied dient een nieuw rioleringsplan opgesteld te worden voor de verwerking van het huishoudelijke afvalwater en het regenwater. Uitgangspunten voor de verwerking van regenwater en huishoudelijk afvalwater worden vastgesteld door de gemeente Waalre en het Waterschap De Dommel. Het Waterschap De Dommel is verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en -kwaliteit in het onderhavige gebied. De bestaande riolering in de omgeving van het plangebied is in beheer en eigendom van de gemeente Waalre.
Zoals aangegeven is voor de gemeente Waalre het Waterschap De Dommel de voerende kwaliteits- en kwantiteitsbeheerder. Inrichtingen van waterhuishoudingen voor ruimtelijke plannen worden door deze instantie getoetst en gekeurd. Voor nieuwbouw geldt dat het 'schone' regenwater van het 'vuile' huishoudelijke afvalwater gescheiden opgevangen en verwerkt dient te worden. Het huishoudelijke afvalwater dient in overleg met de gemeente Waalre aangesloten te worden op een bestaand rioolstelsel in de omgeving van de planontwikkeling. Voor het 'schone' regenwater gelden de hoofdbeleidsregels die zijn vastgelegd in het waterbeheerplan 2010-2015 'krachtig water'.
Om te bepalen of het infiltreren van het regenwater in de bodem van het perceel mogelijk is, zijn er enkele praktijkproeven uitgevoerd op locatie. Daarnaast is de diepere bodemopbouw beschreven aan de hand van TNO gegevens en zijn er drie grondmonsters uit de bodem van het perceel genomen om een zeefkromme te bepalen. Mede aan de hand van de TNO gegevens en de zeefkromme is de K-waarde van de bodem te analyseren en te controleren.
Op basis van een vastgestelde k-waarde van 0,80 m/dag, de waargenomen bodemsamenstelling (humeus arm, leem arm, matig fijn zand) wordt infiltreren in de bodem van het plangebied als goed beschouwd. Tevens bevindt de GHG zich voldoende diep in de ondergrond (2,02 m-mv) waardoor er voldoende ruimte is om een regenwatervoorziening te realiseren.
Vanwege een juiste dimensionering van het nieuw aan te leggen RWA-stelsel is het van belang om duidelijk in beeld te krijgen wat de nieuwbouw in het plangebied voor veranderingen aan het verharde oppervlak met zich meebrengt. Het blijkt dat het totale verharde oppervlak met 273 m2toeneemt.
Met behulp van het toetsinstrumentarium 'Hydrologische neutraal ontwikkelen' is een berekening gemaakt ten behoeve van de benodigde infiltratie en berging. Uitgangspunten bij deze berekening zijn:
Aan de hand van deze uitgangspunten is berekend:
Conform het beleid van waterschap De Dommel dient er een bergings- en/of infiltratievoorziening gerealiseerd te worden voor de T=10+10% neerslagsituatie. Verder dient ervoor gezorgd te worden dat het extra volume water bij een T=100+10% situatie geen schade veroorzaakt.
Bij de verwerking van het hemelwater wordt zoveel mogelijk voldaan aan de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Berging in de openbare ruimte is daarbij overwogen, maar is vooralsnog niet goed te combineren met de inrichting van de openbare ruimte. Bovengrondse berging en infiltratie stelt te veel beperkingen aan mogelijkheden voor inrichting van de openbare ruimte.
De voorkeur gaat daarom uit aan de aanleg van een IT-riool waarin het hemelwater wordt geborgen en geïnfiltreerd naar de bodem. Een belangrijk aandachtspunt betreft het onderhoud. Door instroom van vuil kan het IT-riool verstoppen waardoor infiltratie wordt beperkt en de afvoer toeneemt. Aanleg van kolken met zandvang en bladvangers in regenpijp kan instroom van vuil beperken.
Om bij extreme situaties overlast te voorkomen wordt een noodoverlaat op het gemengde stelsel aangelegd. Voorwaarde voor deze noodoverlaat is dat wordt aangetoond dat zoveel mogelijk water in het gebied wordt geborgen en geïnfiltreerd in de bodem. Middels een terugslagklep wordt voorkomen dat vuil water uit het gemengde stelsel terugstroomt richting het IT-riool.
In de nieuwbouw mogen geen uitlogende materialen zoals zink en lood verwerkt worden die in contact staan met hemelwater. Op die manier wordt voorkomen dat de waterkwaliteit door toedoen van de nieuwbouw verslechtert.
Om het regenwater zolang mogelijk vast te houden en te infiltreren binnen het plangebied dient het infiltratieriool een bui T=10+10% te kunnen bergen zonder dat de overstort in werking treedt. Gedurende een regenbui loost het IT-riool continu met de maatgevende afvoer van het waterschap direct op het gemengde stelsel. Deze maatgevende afvoer en de infiltratiecapaciteit van de bodem dienen in mindering te worden gebracht op de benodigde berging van het riool. Conform de HNO-tool worden k-waarde tussen 0,5 m/dag (drempelwaarde 1) en 2 m/dag (drempelwaarde 2) meegenomen volgens een lineair oplopende functie. Het plangebied ligt binnen stedelijk gebied waardoor het waterschap een afvoernorm van 1,33 l/sec/ha bij een T=10+10% situatie hanteert.
Gezien het stedenbouwkundig ontwerp en de beschikbare ruimte wordt geadviseerd om het IT-riool in een grindkoffer te leggen. Hiermee wordt de benodigde lengte IT-riool beperkt. De grindkoffer heeft een hoogte van 1,5 m bij een breedte van 1,5 m. De vulling van de grindkoffer bestaat uit lavastenen (fractie 16-32) die een effectieve porositeit hebben van 40%.
Het afwaterend oppervlak wat op het infiltratieriool is aangesloten bedraagt voor het plangebied 6.544 m². In totaal valt er in een T=10+10% situatie 369,74 m³ gedurende 24 uur. Vanuit het stedenbouwkundig ontwerp kan onder de openbare verharding in het plangebied ca. 273 m IT-riool met grindkoffer worden aangelegd.
Om in het plangebied bij een T=10+10% een 'water op straat'-situatie te voorkomen is er een IT-riool benodigd met een lengte van 209 m en een diameter van 500 mm. Hierbij ligt het IT-riool in een grindkoffer van 1,5 m bij 1,5 m met een vulling van lavastenen (porositeit 40%). Indien het infiltratieriool en grindkoffer volledig gevuld is met regenwater infiltreert de grindkoffer na verloop van tijd door slipvorming alleen via de zijwanden. Conform Rioned wordt gesteld dat voor het infiltratieoppervlak 50% van de zijwanden gerekend mag worden. Hiermee rekening houdend is de infiltratiecapaciteit van de grindkoffer op 3,40m³/uur vastgesteld.
Vanuit de Leidraad riolering wordt er een richtlijn gegeven dat binnen 24 uur na het vallen van neerslag het IT-riool volledig geleegd is. Het waterschap hanteert een afvoernorm voor stedelijk gebied van 1,33 l/sec/ha. Gedurende een T=10+10% situatie mag er gedoseerd geloosd worden op het gemengd stelsel met een afvoer van 1,33 l/sec/ha. Voor het plangebied komt de gedoseerde lozing op 3,13 m³/uur. Met de vastgestelde infiltratiecapaciteit van het IT-riool en grindkoffer tesamen en de afvoernorm duurt het 56,59 uur voordat het IT-riool geleegd is. De richtlijn van de Leidraad wordt overschreden. Aan deze richtlijn kan niet voldaan worden met de gestelde afvoernorm vanuit het waterschap en de bepaalde infiltratiecapaciteit. De gemeten k-waarde is groter dan waarmee gerekend is (conform HNO-tool), waardoor mag worden aangenomen dat de ledigingstijd in werkelijkheid korter is. Het IT-riool zal op basis hiervan goed functioneren.
Een ondergrondse infiltratievoorziening dient niet te klein te worden gedimensioneerd. Rioned geeft als vuistregel voor een IT-riool een minimale berging aan te houden van 5 mm, dit indien er meer bergingsmogelijkheden zijn dan alleen het IT-riool. Op deze wijze wordt voorkomen dat de voorziening bij grotere buien te snel gaat overstorten. Ook wordt op deze wijze een veiligheid ingebouwd in het geval dat de infiltratiecapaciteit (tijdelijk) afneemt als gevolg van vervuiling of hoge grondwaterstanden. Met een minimale berging van 5 mm is er voor het plangebied een berging in het IT-riool benodigd van 33 m³. Het IT-riool heeft met een lengte van 209 m en een diameter van 500 mm in totaal een inhoud van 42 m³, waarmee het IT-riool voldoet aan de minimale 5 mm berging. Het RWA-stelsel dient nog nader te worden uitgewerkt in een rioleringsplan.
Conform het beleid van waterschap De Dommel dient er een bergings- en/of infiltratievoorziening gerealiseerd te worden voor de T=10+10% neerslagsituatie. Verder dient ervoor gezorgd te worden dat het extra volume water bij een T=100+10% situatie geen schade veroorzaakt. De extra benodigde berging vanuit de HNO-tool bij extreme neerslag T=100+ 10% bedraagt 102 m³. In het plangebied is ca. 2.893 m² openbare verharding aanwezig. Bij het bergen van de 102 m³ op de openbare verharding wordt er een waterlaag verkregen van ca. 3,5 cm. Indien er rondom de openbare verharding trottoirbanden hoger dan 3,5 cm worden toegepast veroorzaakt het extra volume water bij een T=100+10% situatie geen schade.
Ten behoeve van het huishoudelijke afvalwater dient een afzonderlijke leiding aangelegd te worden in het nieuwbouwplan. Het nieuwe DWA-stelsel dient te worden gedimensioneerd op dit gebruikersvolume. Het DWA-stelsel in het nieuwbouwplan wordt aangesloten op het bestaande gemengde stelsel in de Oude Kerkstraat of de Burgemeester Uijenstraat. De aansluitmogelijkheden en hoeveelheden dienen in een rioleringsplan nader te worden uitgewerkt.
Door de in deze paragraaf beschreven omgang met water is er geen sprake van negatieve effecten van het plan op de waterhuishouding.
In het kader van het vooroverleg is de watertoets ter beoordeling aan het Waterschap De Dommel voorgelegd. De opmerkingen van het Waterschap zijn verwerkt in de watertoets.