Bouwregels
Algemeen
Uitsluitend zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming.
Gebouwen
Voor gebouwen geldt het volgende:
-
a. er is één bedrijfswoning toegestaan.
-
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
-
c. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt niet minder dan 5 m;
-
d. het bebouwingspercentage binnen het bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan 60%.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen ebouwen zijnde geldt het volgende:
-
a. de hoogte van pergola's en speelwerktuigen mag niet meer bedragen dan 3 m;
-
b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m.
Inhoud bedrijfswoning
Voor de inhoud van bedrijfswoningen geldt het volgende:
-
a. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 350 m3 maar kleiner dan 450 m3 dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 600 m3;
-
b. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 450 m3 maar kleiner dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 800 m3.
-
c. indien de bestaande inhoud van de bedrijfswoning groter is dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan deze bestaande inhoud.
Herbouw van bedrijfswoningen
Herbouw van bestaande bedrijfswoningen is, voor zover het de situering van de bedrijfswoning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:
-
a. de herbouw plaatsvindt op de bestaande fundamenten. Bij het ontbreken van de fundamenten vindt herbouw plaats op de (voormalige) bebouwingscontour;
-
b. de voorgevel van de te herbouwen bedrijfswoning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn.
-
c. herbouw vindt plaats in de bestaande bouwwijze.
Ondergrondse gebouwen
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan daar waar bovengrondse bebouwing is gesitueerd;
-
b. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag ondergronds.
Ontheffing bouwregels
Ontheffing kleine windturbines
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2 teneinde ter plaatse van het bestemmingsvlak de oprichting van 1 kleine windturbine ten behoeve van (aanvullende) stroomverziening op het betreffende perceel mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de ashoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 15 m;
-
b. de tiphoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 20 m;
-
c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
d. de ontheffing leidt niet tot een onevenredige aantasting van de in 10.1 genoemde waarden.
Ontheffing inhoud bedrijfswoning
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.4teneinde de toegestane inhoud van de bedrijfswoningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
-
a. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 1000 m3;
-
b. de initiatiefnemer stelt een door de welstandscommissie goed te keuren nota van uitgangspunten op;
-
c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
-
d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
e. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
Ontheffing herbouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 10.2.5, teneinde verplaatsing of herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande bebouwingscontour of fundamenten toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
-
a. Er dient op enig punt aansluiting plaats te vinden op de bestaande funderingen; dit betekent dat de nieuwe situering van de te herbouwen bedrijfswoning in ieder geval dient aan te sluiten op de voormalige situering.
-
b. In afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan de bedrijfswoning volledig buiten de bestaande fundamenten of bebouwingscontour te situeren, indien dit vanuit oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk is.
-
c. De nieuwe situering van de bedrijfswoning is stedebouwkundig en milieukundig aanvaardbaar.
-
d. Door de herbouw wordt het landelijk karakter niet onevenredig aangetast.
-
e. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad.