direct naar inhoud van Artikel 16 Sport
Plan: Buitengebied Wijchen
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.BGBBuitengebied-VO01

Sport

Bestemmingsomschrijving
Algemeen

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport- en recreatievoorzieningen;
  • b. ondersteunende horeca;
  • c. erven, voor onder meer parkeervoorzieningen;
  • d. behoud en beheer van de landschappelijke en ecologische waarden;
  • e. de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonnenergie alsmede warmte-koude opslag

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 16.1.1:

Terreinen voor sportvoorzieningen

Aandu iding   Activiteit   Adres   Bestaande bebouwde oppervlakte in m2   Aantal bedrijfswoningen  
ma   manege   manege
 
Akkerweg 8   865   1  
ma     manege   Dorpsstraat Bh ong.   2700   -  
ss-ma+     manege   Heumenseweg 192   5700   1  
spv     sportvelden   Dorpsstraat H ong.   -   -  
spv     sportvelden   Eindsestraat 43   550   -  
spv     sportvelden / dorpshuis / schietbaan   Lagestraat 19   760   -  
spv     sportvelden   Oud Woeziksestraat 4   -   -  
spv     sportvelden   Sportlaantje ong   1265   -  
Heumenseweg 192

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van sport-manege+" is naast het gebruik van de gronden ten behoeve van een manege ook zelfstandige horeca in de vorm van een bowlingcentrum, een bar, een restaurant en een zalencentrum toegestaan.

Parkeren

Het parkeren behorende bij de bestemming vindt op het perceel plaats.

Duurzame energie

Het opwekken van duurzame energie is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie.

Bouwregels
Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • b. de bebouwde oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte zoals weergegeven in de tabel onder 16.1.2 sub a.
Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan indien dit en in het aantal dat is aangegeven in de tabel onder 16.1.2 onder a;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.
Inhoud bedrijfswoning

Voor de inhoud van bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 350 m3 maar kleiner dan 450 m3 dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 600 m3;
  • b. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 450 m3 maar kleiner dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 800 m3.
  • c. indien de bestaande inhoud van de bedrijfswoning groter is dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan deze bestaande inhoud.
Herbouw van bedrijfswoningen

Herbouw van bestaande bedrijfswoningen is, voor zover het de situering van de bedrijfswoning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:

  • a. de herbouw plaatsvindt op de bestaande fundamenten. Bij het ontbreken van de fundamenten vindt herbouw plaats op de (voormalige) bebouwingscontour;
  • b. de voorgevel van de te herbouwen bedrijfswoning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn.
  • c. herbouw vindt plaats in de bestaande bouwwijze.
Bijgebouwen bij bedrijfswoning

Voor de bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • c. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 120 m2.
Bebouwing t.b.v. veldsport

Ter plaatse van de aanduiding "sportveld" zijn uitsluitend gebouwen in de vorm van kleedgebouwen en kantines toegestaan. Voor deze gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 1 %;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedrage dan 3 m.
Ondergrondse gebouwen

Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding bouwvlak;
  • b. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag ondergronds.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en verlichtingsmasten mag niet meer bedragen dan 9 m;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer bedragen dan 7,5 m;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
Ontheffing van de bouwregels
Ontheffing inhoud bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.2.4teneinde de toegestane inhoud van de bedrijfswoningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 1000 m3;
  • b. de initiatiefnemer stelt een door de welstandscommissie goed te keuren nota van uitgangspunten op;
  • c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • e. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
Ontheffing schuilstal

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.2 teneinde buiten het bouwvlak de oprichting van een schuilstal mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de oppervlakte van de schuilstal mag niet meer bedragen dan 30 m²;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. bij een schuilstal in de vorm van een hooischelf mag de hoogte van de onderbouw niet meer bedragen dan 2,5 m en de nokhoogte niet meer dan 6 m;
  • d. de schuilhut wordt landschappelijk ingepast.
Ontheffing kleine windturbines

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.2 teneinde ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" de oprichting van 1 kleine windturbine ten behoeve van (aanvullende) stroomverziening op het betreffende perceel mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de ashoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 15 m;
  • b. de tiphoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. de ontheffing leidt niet tot een onevenredige aantasting van de in 16.1 genoemde waarden.
Ontheffing herbouw bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 16.2.5, teneinde verplaatsing of herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande bebouwingscontour of fundamenten toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. Er dient op enig punt aansluiting plaats te vinden op de bestaande funderingen; dit betekent dat de nieuwe situering van de te herbouwen bedrijfswoning in ieder geval dient aan te sluiten op de voormalige situering.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan de bedrijfswoning volledig buiten de bestaande fundamenten of bebouwingscontour te situeren, indien dit vanuit oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk is.
  • c. De nieuwe situering van de bedrijfswoning is stedebouwkundig en milieukundig aanvaardbaar.
  • d. Door de herbouw wordt het landelijk karakter niet onevenredig aangetast.
  • e. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad.
Ontheffing hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de in de regels genoemde hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte bedraagt niet meer dan 4 m;
  • b. de grotere hoogte is noodzakelijk voor een doelmatiger gebruik van de aan de grond gegeven bestemming.
Ontheffing maatvoering

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de in de regels genoemde maten, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de afwijking van de genoemde maat/ mate is noodzakelijk ten behoeve van een optimale verkaveling c.q. optimaal gebruik;
  • b. de afwijking bedraagt niet meer dan 10% van de genoemde maten, met dien verstande dat geen ontheffing voor de inhoudsmaat van bedrijfswoningen kan worden verleend;
  • c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woonsituatie;
  • e. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de verkeersveiligheid;
  • f. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. er kan en/of er is niet reeds op grond van een andere ontheffingsbepaling ontheffing worden verleend.
Specifieke gebruiksregels
Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:

  • a. voor woondoeleinden, met uitzondering van een op grond van het bepaalde in 16.1.2onder a toegestane bedrijfswoning;
  • b. lawaaisporten;
  • c. een risicovolle inrichting;
  • d. de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan, die een 10-6 risicocontour hebben die de aanduiding "bouwvlak" overschrijdt. Indien geen aanduiding "bouwvlak" is opgenomen, dan mag de bestemmingsgrens niet worden overschreden.
Ontheffing van de gebruiksregels
Ontheffing mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.4.1 onder a en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg. Alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hieromtrent advies aan een onafhankelijk terzake deskundige instantie;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen; met dien verstande dat de maximale oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 120 m² mag bedragen;
  • d. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw/bedrijfsgebouw meer geschikt is;
  • e. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft/ hebben;
  • f. de voorziening dient te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit;
  • g. zakenrechtelijke splitsing is niet toegestaan;
  • h. de afhankelijke woonruimte mag geen eigen ontsluiting hebben;
  • i. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.

Burgemeester en wethouders trekken de verleende ontheffing zonder nadere afweging in indien de noodzaak van mantelzorg (als gevolg van verhuizen of overlijden) is komen te vervallen.

Ontheffing opslag gevaarlijke stoffen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.4.1onder d ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding "bouwvlak" overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.