| Plan: | TAM-omgevingsplan Uitbreiding bedrijventerrein Bijsterhuizen, Wijchen hoofdstuk 22r Wijchen |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 |
Dit plan wijzigt het tijdelijke Omgevingsplan Wijchen in die zin dat na hoofdstuk 22 van het tijdelijke Omgevingsplan Wijchen een hoofdstuk 22r wordt ingevoegd, bestaande uit de regels van dit plan. De hoofdstukken in dit plan moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22r van het tijdelijke Omgevingsplan Wijchen. In de artikelkop van de artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer 22r gelezen worden.
De bestemmingsplannen 'Buitengebied Wijchen' met imro-codering 'NL.IMRO.0296.BGBBuitengebied-DF02', 'Buitengebied herziening 2014' met imro-codering 'NL.IMRO.0296.BGBHerziening2014-DF01', 'Parapluplan Cultuurhistorie Wijchen' met imro-codering 'NL.IMRO.0296.ParapluplanChw-VG01', 'Bijsterhuizen' met imro-codering 'NL.IMRO.0296.BTBHbijsterhCorr1-VGBP' en 'Bijsterhuizen, eerste correctieve herziening' met imro-codering 'NL.IMRO.0296.BTBHbijsterhCorr1-VGBP' zijn niet van toepassing op de locatie, bedoeld in 1.4.
De regels in afdeling 22.2 en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22r Uitbreiding bedrijventerrein Bijsterhuizen, Wijchen, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij de Omgevingswet, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit plan.
In aanvulling op het bepaalde in 2.1 worden voor de toepassing van de regels in dit hoofdstuk de begrippen als bedoeld in 2.3 tot en met 2.36 gehanteerd:
Het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22r Uitbreiding bedrijventerrein Bijsterhuizen, Wijchen met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 van de gemeente Wijchen bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitrbeidingBH-OW01 met de in dit plan opgenomen regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
gebruik van de gronden, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een gebouw waarin meerdere bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten en met een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 250 m² zijn gevestigd. Als onderdeel van een bedrijfsverzamelgebouw worden mede gemeenschappelijke voorzieningen zoals parkeervoorzieningen, entree- en vergaderruimten begrepen. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan in een bedrijfsverzamelgebouw;
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
de grens van een functievlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde functie;
bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een terrein of gedeelte daarvan dat is ingericht voor het gelijktijdig laden van elektrische voertuigen, bestaande uit parkeerplaatsen met één of meer laadvoorzieningen, alsmede de daarbij behorende technische installaties, kabels, leidingen, verdeelkasten, transformatoren, overkappingen en overige bijbehorende voorzieningen, uitsluitend bedoeld voor het laden van elektrische voertuigen.
waarden in landschappelijk-esthetische en geomorfologische zin;
onder maaiveld;
een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft;
een (half)verharde plek ten behoeve van het bouwen van, en onderhoud aan, een windturbine;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Bevi;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;
de perceelsgrens die zich haaks of nagenoeg haaks bevindt op de zijde waar zich de hoofdingang bevindt.
In aanvulling op en indien van toepassing in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24 van dit Omgevingsplan, gelden de volgende meetbepalingen:
het percentage van het bouwperceel voor zover gelegen binnen het 'bouwvlak' dat met gebouwen mag worden bebouwd;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m. bedraagt.
Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies en activiteiten.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Bedrijventerrein - 2'.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Bedrijventerrein - 2 heeft de volgende functies:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in artikel 5.2.1.
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 5.2 genoemde functies, daaronder wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken voor;
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken binnen de functie Bedrijventerrein - 2 gelden de volgende regels:
vrijstaande reclametekens zijn toegestaan binnen het 'bouwvlak' met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt.
Met een omgevingsvergunning worden bedrijven toegestaan in dezelfde categorie als de op grond van de bepalingen in artikel 5.2.1 onder a, b en c toegestane bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de als bijlagen toegevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor de activiteiten als bedoeld in de functie 'Bedrijventerrein - 2' is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende regels:
Een bouwwerk mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de functie Bedrijventerrein - 2.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bepaalde in 5.8 geldt in plaats van het bepaalde in artikel 22.29 lid 1 onder b en lid 2 en artikel 22.35 sub i van dit omgevingsplan.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Groen'.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Groen heeft de volgende functies:
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 6.2 genoemde functies.
Bouwwerken zijn alleen toegestaan indien zij ten dienste staan van de functies genoemd in artikel 6.2.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Verkeer'.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Verkeer heeft de volgende functies:
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 7.2 genoemde functies.
Bouwwerken zijn alleen toegestaan indien zij ten dienste staan van de functies genoemd in artikel 7.2.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bouwwerken, ten behoeve van:
De regels van dit hoofdstuk zijn van toepassing binnen het plangebied zoals opgenomen in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In aanvulling op de regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in 'Hoofdstuk 2 Functies en activiteiten' van dit omgevingsplan is het oprichten van ondergrondse bouwwerken toegestaan met dien verstande, dat:
In aanvulling op de regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in 'Hoofdstuk 2 Functies en activiteiten' van dit omgevingsplan is het oprichten van bouwwerken toegestaan ten algemene nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer bedraagt dan 50 m3 en de hoogte ervan niet meer dan 3,5 m.
Op de gronden met de aanduiding 'overige zone - parkinfrastructuur' zijn opstelplaatsen, inkoopstations en toegangs-en onderhoudswegen ten behoeve van het windturbinepark toegestaan, alsmede:
met dien verstande dat:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - parkinfrastructuur' zijn geen gebouwen toegestaan, uitgezonderd gebouwen in de vorm van inkoopstations. Voor het bouwen van inkoopstations gelden de volgende regels:
Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - windturbine' is:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - windturbine' zijn:
Het is in ieder geval verboden om:
Het is in ieder geval verboden om gronden met de functie 'Bedrijventerrein - 2' te gebruiken voor de functies als bedoeld in artikel 5.2, tenzij is aangetoond dat:
met dien verstande dat:
Het is in ieder geval verboden om gronden of bouwwerken te gebruiken ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - voorwaardelijke verplichting' ten behoeve van de functies 5.2, 6.2 en 7.2 voordat is aangetoond dat de bodem geschikt is voor de bijbehorende functie.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit plan afwijken voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit plan voor het oprichten van een antennemast voor de mobiele telecommunicatie, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2 en 3.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 is aangewezen als 'Leiding - Gas'.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende functie(s), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 48 inch en een druk van ten hoogste 66 bar met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In afwijking van het bepaalde bij de andere geldende functie(s) mogen op of in deze gronden uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van deze functie, met dien verstande dat een geluidscherm wel is toegestaan.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.4 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de functie 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder artikel 15.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder artikel 15.6.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2 en 3.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 is aangewezen als 'Waarde - Archeologie 3'.
Een locatie die is aangewezen als Waarde - Archeologie 3 heeft, behalve voor de andere daar voorkomende functies, mede de functie voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem. Het gaat hierbij om gebieden met een middelhoge archeologische verwachting.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Onverminderd het in de Monumentenwet bepaalde is het verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het onder artikel 16.5.1 opgenomen verbod geldt niet:
Overeenkomstig het in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalde kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en kunnen zij voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2 en 3.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 is aangewezen als Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied.
Bij maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift bij de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken, kunnen, gelet op het bepaalde in artikel 17.3, nadere eisen worden gesteld aan de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende aanlegactiviteiten te verrichten:
Het verbod van artikel 17.5.1 geldt niet voor aanlegactiviteiten:
De aanvrager overlegt bij zijn aanvraag de gegevens en bescheiden die nodig zijn voor de beoordeling als bedoeld in artikel 17.5.4.
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien de aanlegactiviteiten geen onevenredige aantasting tot gevolg hebben van de cultuurhistorische waarden.
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2 en 3.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTBHUitbreidingBH-OW01 is aangewezen als Waterstaat - Waterstaatkundige functie.
Een locatie die is aangewezen als Waterstaat - Waterstaatkundige functie heeft, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede de functie voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals bermen, schouwpaden en beschoeiing, één en ander met inachtneming van de Keur van het Waterschap.
Op de gronden als bedoeld in 18.3 zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan die ten dienste staan van deze functie.
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 3,5 m bedragen.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van dit plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 19.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 19.1.1 met maximaal 10 %.
Het bepaalde in artikel 19.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd zijn met het omgevingsplan zoals dat gold voor inwerkingtreding van dit plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan en daarmee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met dit plan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in artikel 19.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het omgevingsplan voor inwerkingtreding van dit plan.