direct naar inhoud van Motivering
Plan: TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22b [Beschermde dorpsgezichten Gemeente Druten]
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0225.TAMDorpsgezichten-2402

Motivering

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 22 april 2021 heeft de gemeenteraad het college opdracht gegeven uitvoering te geven aan de uitwerking van initiatiefvoorstel van de fractie Sociaal Maas en Waal - beschermd door cultuurhistorische waarden. Het initiatief ziet onder andere op het aanwijzen van beschermde dorpsgezichten in de gemeente Druten en de planologische borging hiervan. Naar aanleiding van het voorstel heeft de gemeenteraad op 12 september 2024 twee beschermde dorpsgezichten aangewezen: één in Afferden-Deest en één in Horssen. Deze aangewezen gebieden dienen vastgelegd te worden in het omgevingsplan. Hiertoe is onderhavig TAM-omgevingsplan opgesteld. Dit TAM-omgevingsplan vormt een partiële aanvulling, waarmee een beschermende regeling aan het (tijdelijke) omgevingsplan gemeente Druten wordt toegevoegd.

1.2 Ligging plangebied

Afferden-Deest
Het plangebied van het beschermd dorpsgezicht Afferden-Deest wordt begrenst door:

  • Aan de noordzijde: ligt de grens aan de zuidzijde van de nieuwe dijk tot aan de samenkomst van de oude en nieuwe dijk, waarna de grens verder oostwaarts de voet aan de buitenzijde van de Waalbandijk volgt;
  • Aan de oostzijde: steekt de grens tussen Kweldam 1 en Kweldam 3 de Kweldam over, om vervolgens langs agrarische percelen zuid- en westwaarts te lopen en direct ten westen van de woning Van Heemstraweg 19 aan te sluiten op de Van Heemstraweg;
  • Aan de zuidzijde: ligt de grens langs de noordzijde van de Van Heemstraweg tot voor de Koningstraat 4. Daarnaast loopt de grens op afstand van de bebouwing aan de Koningsstraat door het land, waarna de weg via de buitenzijde van de Bloesemstraat de weg oversteekt aan de buitenzijde van Koningstraat 19 en ten noorden van de Koningsstraat langs de bebouwing richting de Van Heemstraweg loopt;
  • Aan de westzijde: ligt tussen de Van Heemstraweg en de Waalbandijk de grens langs de westzijde van de Klapstraat en vervolgens langs de voet van de dijk aan de buitenzijde tot de plek waar de voormalige weg naar de Turksweerd de voormalige uiterwaard inloopt. Van daaraf ligt de grens langs de westzijde van deze weg tot aan de nieuwe dijk.

Navolgende afbeelding toont globaal de ligging en begrenzing van een gedeelte van het plangebied in de omgeving. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0225.TAMDorpsgezichten-2402_0001.png"
Begrenzing van het beschermd dorpsgezicht Afferden-Deest

Horssen
Het plangebied van het beschermd dorpsgezicht Horssen wordt begrenst door:

  • Aan de noordzijde: loopt de grens langs de wetering oostwaarts over de agrarische percelen ten noorden van de Pannekoeksestraat tot aan de sloot, waarna het richting het zuiden loopt tot aan de huiskavel van Pannekoeksestraat 4A. Een gedeelte van de aan de Pannekoeksestraat grenzende open en onbebouwde agrarische percelen is nadrukkelijk bij het beschermde dorpsgezicht betrokken ten einde (de beleefbaarheid van) het waardevolle contrast tussen enerzijds de gesloten donk rondom het Kerkpad en anderzijds de open komgronden en daarmee gepaard gaande hoogteverschil, te borgen. Vanaf Pannekoeksestraat 4A ligt de grens van het beschermde dorpsgezicht langs de noordzijde van de Pannekoeksestraat tot aan de Molenweg;
  • Aan de oostzijde: ligt de grens langs de oostzijde van de Molenweg, voorts langs de achterste perceelsgrenzen van Villa Hertenkamp, boerderij Hertenkamp, de Rooms Katholieke kerk en pastorie met de bijbehorende tuinen tot aan de Zelksestraat. Vervolgens loopt de grens langs de zuidoostzijde van de Zelksestraat en de oostzijde van De Klaptes tot aan de Neersteindsestraat;
  • Aan de zuidzijde: ligt de grens langs de noordzijde van de Neersteindsestraat tot aan de huiskavel Neersteindsestraat 2, waar de grens verder westwaarts ligt langs de bosrand van het landgoed tot aan de Vliereweg. Het waardevolle open gebied tussen de Zelksestraat, De Klaptes en Neersteindsestraat, met het zicht op de boerderijen aan de Zelksestraat 16 en 18, valt dus binnen de omgrenzing;
  • Aan de westzijde: volgt de begrenzing van het beschermde dorpsgezicht de grens van het westelijke deel van het landgoed Horssen, waarbij de tot het landgoed behorende bossen en eendenkooi geheel binnen het plangebied vallen. Vervolgens loopt de grens langs de oostzijde van de (voormalige) laan die de grens vormde tussen het oostelijke en westelijke deel van het landgoed en daarna in oostelijke richting naar de Pannekoeksestraat, waarbij de noordelijke toegangsweg inclusief de daarlangs aan de noordzijde gelegen bosstrook binnen de omgrenzing zijn gelegen. Hierop volgt de grens de Broerstraat tot aan de Wetering.

Navolgende afbeelding toont globaal de ligging en begrenzing van een gedeelte van het plangebied in de omgeving. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0225.TAMDorpsgezichten-2402_0002.png"
Begrenzing van het beschermd dorpsgezicht Horssen

1.3 Huidige planologische situatie

Voor de gronden in het plangebied geldt het tijdelijke omgevingsplan gemeente Druten, in werking getreden op 1 januari 2024. Dit tijdelijke omgevingsplan omvat de ter plaatse van het plangebied geldende voormalige bestemmingsplannen. Het onderhavige TAM-omgevingsplan vormt een partiële herziening, waarmee voor beide dorpsgezichten een beschermende regeling aan het (tijdelijke) omgevingsplan gemeente Druten wordt toegevoegd. Oftewel het betreft een aanvulling op de bestaande ruimtelijke regels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan en zal net als de bestaande ruimtelijke regels uiteindelijk worden omgezet naar het definitieve omgevingsplan. Voor het overige blijft het tijdelijke omgevingsplan gemeente Druten, met de onderliggende voormalige bestemmingsplannen onverkort van kracht.

1.4 Wat is een TAM-Omgevingsplan?

''TAM' staat voor Tijdelijke Alternatieve Maatregel. Met een TAM-omgevingsplan is het mogelijk om met de IMRO-standaard voor bestemmingsplannen en bijbehorende software het omgevingsplan te wijzigen.

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is onderkend dat de planapplicaties voor het maken en publiceren van het omgevingsplan in combinatie met het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) vaak nog onvoldoende functioneren. Daarom is het TAM-omgevingsplan mogelijk gemaakt.

Dit TAM-omgevingsplan is dus opgesteld op basis van de IMRO-standaard voor bestemmingsplannen. Juridisch is het een wijziging van het omgevingsplan. Dit TAM-omgevingsplan wordt een apart hoofdstuk van het tijdelijke omgevingsplan. Uiteindelijk zal het verwerkt worden in het definitieve omgevingsplan.

1.5 Leeswijzer

Het onderhavige TAM-omgevingsplan bestaat uit meerdere onderdelen: een verbeelding waarop de te beschermen waarden 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Afferden-Deest' en 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Horssen' binnen het plangebied zijn aangegeven en regels waarin de bepalingen voor de op de verbeelding vermelde waarden zijn opgenomen.

Het TAM-omgevingsplan gaat vergezeld van een motivering op basis waarvan het idee en de bedoeling van de regels nader wordt gemotiveerd en verantwoord.

De motivering bestaat uit vijf hoofdstukken. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 waarin het doel en de te beschermen waarden binnen beide dorpsgezichten worden getypeerd. In hoofdstuk 3 worden de juridische aspecten van dit plan beschreven. Hoofdstuk 4 bevat de beschrijving van de economische uitvoerbaarheid en hoofdstuk 5 van de maatschappelijke uitvoerbaarheid middels een beschrijving van het participatieproces.

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Beschermd dorpsgezicht Afferden-Deest

Door het Gelders Genootschap is een toelichting op de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht opgesteld, zie bijlage 1 bij de regels. Op basis waarvan navolgende beschrijving van de waardering en typering van het beschermd dorpsgezicht Afferden-Deest wordt gegeven.

Het te beschermen gebied tussen Afferden en Deest is van hoge (cultuur)historische waarde op grond van de ouderdom en de afleesbaarheid van de ontwikkelingsgeschiedenis aan de in de loop der eeuwen ontstane, ruimtelijke structuur en aan de uit de verschillende perioden bewaard gebleven bebouwing. Het is een goed en relatief gaaf voorbeeld van het dijk- en oeverwallen landschap langs de Waal.

Het gebied is van hoge stedenbouwkundige / landschappelijke waarde vanwege het samenhangende ensemble van dijk, wielen, erven met bebouwing en erfbeplanting en vanwege het overwegend vrije zicht op het omringende open landschap waardoor sprake is van een hoge belevingswaarde. Het geheel tussen de uiterwaarden en de Koningstraat is een waardevolle weergave van de geschiedenis van landschapsontwikkeling in het rivierengebied.

De landschappelijke waarde van het gebied komt mede naar voren in het contrast tussen de dichtbegroeide omgeving rond de wielen en het open gebied oostelijk daarvan, waar de vergezichten overheersen. De erven liggen als een soort groene eilanden in de open vlakte en hebben vaak een passende, groene erfinrichting,

Het gebied is ook van belang vanwege het waardevolle bebouwingsbeeld dat mede wordt bepaald door de hoogwaardige kwaliteit van een groot deel van de aanwezige bebouwing - waaronder diverse van rijks- of gemeentewege beschermde monumenten - en hun groepering in relatie tot de ruimtelijke opbouw van het gebied en de wijdere omgeving. Samen zorgen deze elementen voor het aantrekkelijke en waardevolle karakter dat dit deel van het buitengebied van Afferden en Deest tot op heden heeft weten te behouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0225.TAMDorpsgezichten-2402_0003.jpg"
Ruimtelijke karakteristiek van het gebied, zie ook bijlage 1 bij de regels

Nadere typering van de te beschermen waarden
De nadere typering van waarden van een beschermd dorpsgezicht is bedoeld om de cruciale aspecten van de (cultuurhistorische) waarde die het gebied heeft te beschrijven. Op structuurniveau zijn de volgende aspecten van belang:

  • Het blokvormige verkavelingspatroon met een hoofdstructuur min of meer haaks op de dijk, in noord-zuidrichting;
  • Het slingerende tracé van de oude Waalbandijk met het steile profiel aan de binnenzijde van de dijk;
  • Het vrije zicht vanaf de Waalbandijk over de aangrenzende gebieden.
  • Het beloop van de Klapstraat als verbinding tussen de Van Heemstraweg en Waalbandijk;
  • Het beloop van de Koningstraat als oude bewoningsas;
  • De dammen met smal dwarsprofiel en onverharde bermen;
  • De wielen als restanten van de dijkdoorbraken in het verleden;
  • De kleine erven in de directe omgeving van de dijk of de wielen;
  • De grote erven, namelijk Oude Dries en De Drie Waaijen;
  • De erven als lint langs de Koningstraat.

Met betrekking tot de landschappelijke en groenstructuren zijn de volgende aspecten van belang:

  • Het uiterwaardenlandschap tussen de Waalbandijk en de nieuwe rivierdijk, bestaande uit wilgenbos op rabatten, weilanden en open water;
  • De beplanting van de erven, mede vanwege het contrast met het omringende veelal opener landschap;
  • De afwisseling van open percelen en boomgaarden in het oostelijke deel;
  • Het natuurlijke, informele karakter van de wielen dankzij de oevers met rietkragen en wilgen.
  • De open ruimtes in het lint langs de Koningsweg.

Met betrekking tot het bebouwingsbeeld zijn de volgende algemene aspecten van belang:

  • Het type bebouwing: bescheiden hallenhuisboerderijen, enkele voorname T-boerderijen, burger-woningen (bescheiden van uiterlijk en ondergeschikt aan de voormalige agrarische erven) van 1 tot 1½ bouwlaag;
  • Het individuele karakter van de bebouwing en het gebruik van natuurlijke materialen (baksteen, hout, riet, gebakken pannen) en natuurlijke kleuren, soms gewit;
  • Het markant op de hoek van de Van Heemstraweg en Klapstraat gelegen café.
  • De twee voormalige huisplaatsen aan de buitenzijde van de Waalbandijk nabij Waalbandijk 92, nog herkenbaar aan de verhogingen aan de buitenzijde van de dijk.

2.2 Beschermd dorpsgezicht Horssen

Door het Gelders Genootschap is een toelichting op de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht opgesteld, zie bijlage 2 bij de regels. Op basis waarvan navolgende beschrijving van de waardering en typering van het beschermd dorpsgezicht Horssen wordt gegeven.

Het te beschermen gebied in Horssen is van zeer hoge (cultuur)historische waarde op grond van de hoge ouderdom en de afleesbaarheid van de ontwikkelingsgeschiedenis aan de in de loop der eeuwen ontstane dorpsplattegrond, wegenstructuur en aan de uit de verschillende perioden bewaard gebleven dorpsbebouwing. Het is een goed en relatief gaaf voorbeeld van een donkdorp met de daarbij behorende typische structuur en open opzet.

Het gebied is van hoge stedenbouwkundige / landschappelijke waarde als zijnde een fraai en sterk samenhangend gebied met een gaaf bewaard gebleven en duidelijk herkenbare ruimtelijke opbouw, met de aanwezigheid van drie kerken op korte onderlinge afstand als uniek aspect.

Het gebied is ook van belang vanwege het zeer waardevolle bebouwingsbeeld dat mede wordt bepaald door de hoogwaardige kwaliteit van een groot deel van de aanwezige bebouwing - waaronder vele van rijks- of gemeentewege beschermde monumenten - en hun groepering in relatie tot de ruimtelijke opbouw van het gebied en de wijdere omgeving. Samen zorgen deze elementen voor het aantrekkelijke en waardevolle kleinschalige dorpse karakter dat dit deel van de historische dorpskern van Horssen tot op heden heeft weten te behouden.

Bovengenoemde waarden worden versterkt door de ligging direct grenzend aan het landgoed Horssen waarmee het in historische-ruimtelijke zin nauw is verbonden. Op grond hiervan is sprake van hoge ensemblewaarden. Het landgoed Horssen is ook op zichzelf van hoge (cultuur)historische en landschappelijke waarde vanwege de afleesbaarheid van de ontwikkelingsgeschiedenis waarin nog verschillende tijdlagen herkenbaar aanwezig zijn en de op het landgoed nog aanwezige historische bebouwing in de vorm van een landhuis en bouwhuis/washuis.

afbeelding "i_NL.IMRO.0225.TAMDorpsgezichten-2402_0004.jpg"
Ruimtelijke karakteristiek van het gebied, zie ook bijlage 2 bij de regels

Nadere typering van de te beschermen waarden
De nadere typering van waarden van een beschermd dorpsgezicht is bedoeld om de cruciale aspecten van de (cultuurhistorische) waarde die het gebied heeft te beschrijven. Met betrekking tot de stedenbouwkundige / historisch geografische structuur zijn de volgende aspecten van belang:

  • De hoger gelegen donk; het contrast tussen de donk en de lager gelegen komgronden ten noorden en zuiden ervan en de beleefbaarheid van de daarmee gepaard gaande hoogteverschillen;
  • Het historische wegenpatroon met het over de donk lopende Kerkpad en de haaks daarop staande Lindeboomsestraat en de rondom de donk gelegen Zelksestraat, Pannekoeksestraat en Molenweg die de donk scheiden van de lager gelegen omringende gronden;
  • De smalle dwarsprofielen met onverharde groene bermen (alle genoemde wegen) en molgoten (Zelksestraat, Lindeboomsestraat);
  • Het relatief kleinschalige verkavelingspatroon;
  • De restanten van het vroegere collectieve grondbezit langs de Zelksestraat en Pannekoeksestraat;
  • De afwisseling van bebouwde en onbebouwde percelen waardoor binnen het gebied sprake is van diverse doorzichten vanaf de donk naar het omringende open gebied en omgekeerd vanaf de omringende wegen naar de donk en daarop staande bebouwing; het zicht vanaf De Klaptes op de aan de bosrand gelegen boerderijen aan de Zelksestraat 16 en 18;
  • De beide door hagen omgeven begraafplaatsen aan het Kerkpad (inclusief toegangshek, calvarieberg en historische grafmonumenten op de R.K. begraafplaats (gemeentelijk monument) en het baarhuisje en oorlogsgraven op de protestante begraafplaats).

Met betrekking tot de landschappelijke en groenstructuren zijn de volgende aspecten van belang:

  • Het contrast tussen enerzijds de donk met opgaande beplanting op de erven en langs de daaromheen gelegen wegen (bosstroken op voormalige collectieve gronden en de wegbeplanting langs de Pannekoeksestraat) en anderzijds de omringende open komgebieden;
  • Het arboretum bij Lindeboomstraat 4 met hoog opgaande beplanting;
  • De afbakening van tuinen, erven en overige percelen met hagen.

Met betrekking tot het bebouwingsbeeld zijn de volgende algemene aspecten van belang:

  • Het bebouwingspatroon, de dichtere bebouwing in de Kerkenbuurt gedomineerd door de Sint Bonifatiuskerk en de H. Antonius Abt-kerk met hun torens, en de meer verspreid gelegen bebouwing aan (de rest van) het Kerkpad en de overige wegen;
  • Het unieke zicht vanaf het westelijke deel van het Kerkpad op drie kerken met hun torens;
  • Het kleinschalige dorpse karakter van de dorpsbebouwing met overwegend vrijstaande bebouwing van één tot maximaal twee bouwlagen (veelal) met kap met een duidelijk eigen karakter en uitstraling, gebouwd met natuurlijke materialen (baksteen, hout, gebakken pannen en riet) in natuurlijke kleuren;
  • Het grote aandeel van de (semi)agrarische bebouwing (T-boerderijen, hallenhuisboerderijen met bijgebouwen zoals hooibergen en kapschuren) binnen het bebouwingsbeeld waardoor het dorpse karakter sterk wordt benadrukt.

Met betrekking tot het landgoed Horssen zijn van belang:

  • De (restanten) van de historische aanleg, met delen die kenmerkend zijn voor de formele aanleg en delen die kenmerkend zijn voor de landschappelijke aanleg;
  • De historische bebouwing op het landgoed, met name het landhuis (Zelksestraat 14) en het daarbij staande bouwhuis / washuisje (rijksmonument) en de werkschuur in het bos;
  • De beide toegangshekken aan het begin van de oprijlaan en de noordelijke toegangsweg;
  • De eendenkooi.

2.3 ETFAL

Gemeenten moeten ervoor zorgen dat de regels in het omgevingsplan leiden tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Dit staat in artikel 4.2, eerste lid, Omgevingswet. Alle regels in het omgevingsplan samen moeten leiden tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. De gemeente moet daarbij rekening houden met alle betrokken belangen. Verder gelden de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Nationaal beleid

3.1.1 NOVI

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is de opvolger van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), waarin het Rijk een lange termijn visie geeft op de toekomstige ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De NOVI geeft richting en helpt keuzes te maken. Bij de afweging van keuzes wordt bij voorkeur gekozen voor slimme combinaties van functies, wordt uitgegaan van de specifieke kenmerken en kwaliteiten van gebieden en worden beslissingen niet uitgesteld of doorgeschoven.

De nationale belangen en opgaven waarop het Rijk wil sturen en richting wil geven, komen samen in de volgende vier prioriteiten:

  • Ruimte maken voor klimaatadaptatie en energietransitie;
  • De economie van Nederland verduurzamen en ons groeipotentieel behouden;
  • Steden en regio's sterker en leefbaarder maken;
  • Het landelijk gebied toekomstbestendig ontwikkelen.

Planspecifiek
Vanwege het conserverende karakter van voorliggend plan, waarbij uitsluitend een beschermende regeling aan het (tijdelijke) omgevingsplan gemeente Druten wordt toegevoegd, is de NOVI niet specifiek van toepassing op het plan.

3.1.2 Instructieregels rijk (AMvBs)

De Omgevingswet werkt door in vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB's):

  • 1. het Omgevingsbesluit (Ob);
  • 2. het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl);
  • 3. het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
  • 4. het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

In deze AMvB's staan regels voor het praktisch uitvoeren van de wet. Voor de volgende onderwerpen gelden er op grond van het Besluit kwaliteit leefomgeving instructieregels voor het vaststellen van een (wijziging van het) omgevingsplan:

  • De dienstenrichtlijn (artikel 5.1a Bkl);
  • Waarborgen van veiligheid (§ 5.1.2 Bkl);
  • Beschermen van waterbelangen (§ 5.1.3 Bkl);
  • Beschermen van gezondheid en milieu, waaronder instructieregels voor de kwaliteit van de buitenlucht, trillingen, geluid en geur en bodemkwaliteit (§ 5.1.4 Bkl);
  • Beschermen van landschappelijke of stedenbouwkundige waarden en cultureel erfgoed, waaronder de ladder voor duurzame verstedelijking (§ 5.1.5 Bkl);
  • Het behoud van ruimte voor toekomstige functies voor autowegen, buisleidingen, natuur- en recreatiegebieden (§ 5.1.6 Bkl);
  • Het behoeden van de staat en werking van infrastructuur of voorzieningen voor nadelige gevolgen van activiteiten, waaronder landsverdediging en nationale veiligheid, elektriciteitsvoorziening, rijksvaarwegen en luchtvaart, fiets- en wandelroutes, aanwijzing van woningbouwcategorieën (§ 5.1.7 Bkl);
  • Het bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte voor personen (§ 5.1.8 Bkl).

Planspecifiek
De onderhavige beschermende regeling ziet in aansluiting op artikel 5.130 tweede lid onder d. 2° Bkl op het voorkomen van aantasting van beschermde stads- of dorpsgezichten of cultuurlandschappen.

3.1.3 Conclusie nationaal beleid

Op basis van het onderhavige plan zijn er geen nationale belangen in het geding.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie Provincie Gelderland

De komende decennia komt er veel op Gelderland af: het energievraagstuk, klimaatverandering, uitputting van grondstoffen, kwetsbare biodiversiteit, digitalisering, internationalisering. Deze zaken vragen stevige antwoorden en oplossingen als investering in de toekomst. Met de schaarse ruimte en de vele uiteenlopende belangen en inzichten gaat dit niet vanzelf. De provincie zet in de Omgevingsvisie een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland centraal.

  • Gezond en veilig; dat is een gezonde leefomgeving, schone en frisse lucht, een schoon milieu, een niet vervuilde bodem, voldoende schoon en veilig (drink)water, bescherming van onze flora en fauna. Dat is ook voorbereid zijn op klimaatverandering, verkeersveiligheid en veilige bedrijvigheid.
  • Schoon en welvarend; dat is een dynamisch, duurzaam en aantrekkelijk woon-, werk- en ondernemersklimaat, goed bereikbaar en met een goed functionerende arbeidsmarkt en dito kennis- en onderwijsinstellingen. Maar dat is ook het tegengaan van schadelijke uitstoot, afval en uitputting van grondstoffen, alsmede het investeren in nieuwe, alternatieve vormen van energie.


Om Gelderland voor mensen en bedrijven aantrekkelijk te houden, is de kwaliteit van de leefomgeving van groot belang, zoals goed bereikbare voorzieningen, aansprekende evenementen, unieke cultuurhistorie, inspirerende culturele voorzieningen en een mooie natuur. Ook goed wonen hoort daarbij. Gelderland heeft op woongebied een bijzondere positie met uiteenlopende stedelijke en landelijke woonkwaliteiten. Om het landschap open, groen en het voorzieningenniveau op peil te houden en leegstand te voorkomen, is bouwen binnen bestaand verstedelijkt gebied het vertrekpunt. Pas als er geen andere goede mogelijkheden zijn, kan er aan de randen van steden of dorpen uitgebreid worden.

Voor de provincie staat een goede balans tussen de vraag en aanbod van woningen in verschillende prijscategorieën voorop, ook voor specifieke doelgroepen. De meeste woningen zijn verre van energieneutraal en klimaatbestendig. De provincie stimuleert innovaties op dit terrein, zoals het aardgasloos maken van bestaande woningen en het verduurzamen van woonwijken. Daarnaast is de provincie met haar partners in gesprek over hoe het vraagstuk van klimaatadaptatie en wonen slimmer aangepakt kan worden. Voldoende groene ruimte, koele plekken, opvang van water in het licht van de klimaatverandering is immers van belang, zeker met het oog op de gezondheid van de Gelderlanders.

Planspecifiek
Vanwege het conserverende karakter van voorliggend plan, waarbij uitsluitend een beschermende regeling aan het (tijdelijke) omgevingsplan gemeente Druten wordt toegevoegd, is de omgevingsvisie niet specifiek van toepassing op het plan.

3.2.2 Omgevingsverordening Provincie Gelderland

De Omgevingsverordening vormt de juridische doorwerking in regels van het beleid uit de Omgevingsvisie. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. De Omgevingsverordening richt zich net zo breed als de Omgevingsvisie op de fysieke leefomgeving in de Provincie Gelderland. Dit betekent dat vrijwel alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving opgenomen zijn in de Omgevingsverordening.

Planspecifiek
Vanwege het conserverende karakter van voorliggend plan, waarbij uitsluitend een beschermende regeling aan het (tijdelijke) omgevingsplan gemeente Druten wordt toegevoegd, is de omgevingsverordening niet specifiek van toepassing op het plan.

3.2.3 Conclusie provinciaal beleid

Op basis van het onderhavige plan zijn er geen provinciale belangen in het geding.

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Toekomstvisie Druten2040

De gemeenteraad heeft 25 april 2024 de toekomstvisie Druten2040, ‘Samen Sterk, Samen Druten’ vastgesteld. In deze visie staat hoe de gemeente er in 2040 uit ziet. De toekomstvisie is gebasseerd op acht pijlers:

  • Thuis in de dorpse gemeente Druten
    Fijn wonen met goede voorzieningen in elk dorp;
  • Gezond, sociaal en veilig samenleven
    Druten heeft een gezonde samenleving waarin iedereen mee kan en mag doen. Er is genoeg ruimte om elkaar te ontmoeten;
  • Aantrekkelijk en duurzaam landschap
    Een landschap dat er mooi uitziet en waar plaats is voor natuur, landbouw, recreatie, wonen, werken en duurzame energieopwekking;
  • Energieneutraal en klimaatbestendig
    Samen met de regio zijn we voorbereid op klimaatverandering en energieneutraal leven;
  • Sterke lokale economie
    Een lokale economie met voldoende banen en een duurzame agrarische toekomst;
  • Goed bereikbaar en verkeersveilig
    In 2040 duurzame vervoersmiddelen en de kernen zijn goed bereikbaar naar en vanuit de regio;
  • Actieve samenwerking en dienstverlening
    Door wederzijds begrip samen bouwen aan de toekomst van Druten;
  • Druten in de regio
    Samen met anderen werken en inzetten op de profilering van Druten in de regio.


Planspecifiek
De onderhavige beschermende regeling ziet in aansluiting op de pijler 'aantrekkelijk en duurzaam landschap' op het beschermen en behouden van het open karakter en kenmerkende landschapselementen.

3.3.2 Conclusie gemeentelijk beleid

Op basis van het onderhavige plan zijn er geen gemeentelijke belangen in het geding.

Hoofdstuk 4 Milieu- & omgevingsaspecten

Onderhavig TAM-omgevingsplan vormt een partiële aanvulling, waarmee een beschermende regeling aan het (tijdelijke) omgevingsplan gemeente Druten wordt toegevoegd. De voormalige onderliggende bestemmingsplannen, die onderdeel uitmaken van het tijdelijke omgevingsplan, blijven gelden. In het kader van deze bestemmingsplannen heeft reeds een afweging van de milieu- & omgevingsaspecten plaatsgevonden. De aanvulling van een beschermende regeling omvat geen nieuwe ontwikkelmogelijkheden, waardoor de conclusies van de onderbouwing van de omgevingsaspecten onverkort van toepassing blijven en sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

Hoofdstuk 5 Juridisch bestuurlijke aspecten

5.1 Inleiding

Het TAM-omgevingsplan reguleert het gebruik van de gronden binnen het plangebied. Het plan biedt het gemeentebestuur een toetsingskader voor activiteiten en ingrepen in de fysieke leefomgeving en een basis voor handhaving, indien op een bepaalde locatie activiteiten plaatsvinden die strijdig zijn met het omgevingsplan en zodoende uit ruimtelijk oogpunt onwenselijk worden geacht.

Dit TAM-omgevingsplan vormt een partiële aanvulling, waarmee een beschermende regeling aan het (tijdelijke) omgevingsplan gemeente Druten wordt toegevoegd. Om te zorgen dat het TAM-omgevingsplan juridisch één geheel is met het Omgevingsplan gemeente Druten wordt het als hoofdstuk 22b toegevoegd. Onderhavig TAM-omgevingsplan dient dus ook als onderdeel van het Omgevingsplan gemeente Druten gelezen te worden.

In dit hoofdstuk volgt een toelichting op de juridische regeling. Het juridisch bindende gedeelte van dit omgevingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De verbeelding en de regels dienen in samenhang met elkaar te worden begrepen.

5.2 Juridische systematiek

In deze paragraaf wordt uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag hebben gelegen en hoe deze uiteindelijk zijn vormgegeven. De regels zijn onderverdeeld in 4 hoofdstukken.

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
Dit TAM-omgevingsplan maakt onderdeel uit van het Omgevingsplan gemeente Druten. Dat betekent dat alle regels uit het omgevingsplan ook van toepassing zijn op onderhavig plangebied met uitzondering van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied' die komt te vervallen voor onderhavig plangebied (zie artikel 1.4). In de regels worden verder alleen bepalingen opgenomen die specifiek zien op het behoud, het beheer, de versterking, het herstel en de uitbouw van beide beschermde dorpsgezichten. Wel is er in artikel 1.2 een voorrangsregeling opgenomen die bepaalt dat, ingeval van strijdigheid, de regels van onderhavig TAM-omgevingsplan voorrang hebben op de regels zoals opgenomen in de ruimtelijke plannen die onderdeel uitmaken van het (tijdelijk) Omgevingsplan van de gemeente Druten.

Hoofdstuk 2: Algemene regels over functies
In dit hoofdstuk zijn bepalingen ten aanzien van de aanvraagvereisten opgenomen die van toepassing zijn op een omgevingsvergunning die vereist is op grond van dit plan.

  • Voor een aanlegactiviteit gebruikt u het aanvraagformulier behorende bij de activiteit [Werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid uitvoeren];
  • Voor een bouwactiviteit gebruikt u het aanvraagformulier behorende bij de activiteit [Bouwactiviteit (omgevingsplan)].
  • Voor een andere vergunningplicht gebruikt u het aanvraagformulier behorende bij de activiteit [afwijken van regels in het omgevingsplan].

De aanvraagformulieren treft u aan op de website omgevingswet.overheid.nl. Daar kiest u voor het tabblad [Aanvragen].

Hoofdstuk 3: Regels ter bescherming van waarden en objecten
In dit hoofdstuk zijn de regels opgenomen die betrekking hebben op het behoud, het beheer, de versterking, het herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en landschappelijke waarden alsmede het bebouwingsbeeld van de twee aangewezen beschermde dorpsgezichten. Voor beide dorpsgezichten gelden ten aanzien van de bouwactiviteit aanvullende beoordelingsregels en vergunningvoorschriften en is tevens een aanlegvergunningstelsel opgenomen. Een sloopvergunningstelsel is niet opgenomen, aangezien dit reeds in artikel 20 van de Erfgoedverordening Druten 2023 staat.

Hoofdstuk 4: Overgangsregels
In dit hoofdstuk is onder meer aangegeven dat de bestaande bouwwerken dan wel vergunde rechten tot het oprichten van een bouwwerk worden gerespecteerd, ook al wijken deze af van het onderhavige TAM-omgevingsplan. Deze bouwwerken mogen gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Het is dus niet toegestaan om een bouwwerk af te breken en geheel te vernieuwen. Evenmin is het toegestaan om het bouwwerk geleidelijk aan helemaal te vernieuwen. In geval het bouwwerk door een calamiteit verloren is gegaan, mag wel tot gehele nieuwbouw worden overgegaan, mits de omgevingsvergunning voor het bouwen binnen een termijn van twee jaren na de calamiteit is aangevraagd. Illegale bouwwerken zijn expliciet uitgesloten van het overgangsrecht.

Voor gebruik van gronden en opstallen is eveneens bepaald dat het gebruik dat strijdig is met het onderhavige plan, mag worden gecontinueerd. Verandering van het gebruik is niet toegestaan, tenzij de afwijking naar haar aard en omvang wordt verkleind. Indien gebruik voor een periode van langer dan 1 jaar wordt onderbroken, mag dit gebruik niet meer worden hervat. Een uitzondering wordt gemaakt voor het gebruik dat reeds strijdig was met het voor het onderhavige omgevingsplan ter plekke van kracht zijnde plan. Het overgangsrecht is op deze situaties niet van toepassing.

Verbeelding
De verbeelding die is opgesteld voor het TAM-omgevingsplan dient te worden opgesteld conform de technische eisen van IMRO2012. Dat betekent dat er op de verbeelding wel 'dubbelbestemmingen' zijn. Dit vanwege het feit dat het plan anders niet door de validator van ruimtelijke plannen komt. Voor meer info, zie: https://docs.geostandaarden.nl/ro/HRTAMomplan/.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Dit TAM-omgevingsplan voorziet in de juridisch-planologische verankering van twee beschermde dorpsgezichten in het omgevingsplan Druten. Aan dit plan zijn, behalve de kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden voor de gemeente. Ook voorziet dit plan niet in een bouwplan, waardoor er geen kostenverhaalsregels zijn. Gezien het voorgaande wordt het plan economisch uitvoerbaar geacht.

Hoofdstuk 7 Participatie

7.1 Participatie

Onderdeel van het zorgvuldig opstellen van een TAM-omgevingsplan is participatie. Bij participatie worden burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties voorafgaand aan de besluitvorming actief betrokken. De omgeving en betrokken instanties vroeg bij een project betrekken, vergroot het draagvlak en voorkomt vaak bezwaren in een later stadium.

In het kader van de vaststelling van de beide beschermde dorpsgezichten zijn alle inwoners en bedrijven in de beide gebieden met een brief geïnformeerd. De informatiebijeenkomsten over de voorgenomen aanwijzingen van deze beschermde dorpsgezichten zijn druk bezocht en prima verlopen. Tijdens de informatieavond was er een presentatie en uitleg over het initiatief, de begrenzing van het beschermd gebied en hoe het tot stand is gekomen.

Voor de onderhavige juridisch-planologische verankering van twee beschermde dorpsgezichten in het omgevingsplan Druten zal het concept-ontwerp TAM-omgevingsplan worden afgestemd met inwoners en bedrijven.

7.2 Vooroverleg

In het kader van vooroverleg wordt het niet nodig geacht om het plan voor te leggen aan bijvoorbeeld de Provincie Gelderland en het Waterschap Rivierenland, omdat het een beschermende regeling betreft en geen regeling ten behoeve van nieuwe ontwikkelmogelijkheden.

7.3 Zienswijzen

Te zijner tijd zal het ontwerp TAM-omgevingsplan gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. De zienswijzen zullen hier of in een separate nota zienswijzen van een gemeentelijke reactie worden voorzien.