Plan: | De kernen van Lopik |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.00KernenLopik-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan De kernen van Lopik met identificatienummer NL.IMRO.0331.00KernenLopik-ON01 van de gemeente Lopik
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een bedrijf dat is ingericht voor zowel grondgebonden als niet-grondgebonden activiteiten: het telen van gewassen, boomteelt daaronder begrepen, of het houden van dieren, één en ander ten behoeve van het voortbrengen van producten, nader te onderscheiden in:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarbij de verkoop uitsluitend mag plaatsvinden op een locatie elders en met behulp van een mobiele voorziening;
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit de oude tijden;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een aan de woonfunctie ondergeschikte verblijfsvoorziening, bestaande uit het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf in de woning en/of bijbehorende gebouwen. Een bed & breakfast wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van de woning. De kamers ten behoeve van een bed & breakfast functioneren niet als zelfstandige wooneenheid;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming, noodzakelijk is;
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan legaal aanwezig is of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend;
bij gebruik: het legaal gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een variatie op het reguliere golfspel waarbij het weiland wordt gebruikt als golfbaan;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
bouwwerk of gedeelte daarvan, voor zover dat geen gebouw of onderdeel daarvan is.
het in de open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan. Het gebruik van containers voor permanente opslag valt niet onder buitenopslag.
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Onderneming die als zakelijke dienstverlening is opgenomen in de staat van bedrijfsactiviteiten, van maximaal categorie 2;
energievorm waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken. Bij de productie van duurzame energie wordt geen gebruik gemaakt van fossiele brandstof;
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, zoals: een herdenkingsplechtigheid, braderie, optocht op de weg (niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Wet openbare manifestaties), feest, muziekvoorstelling, wedstrijd op of aan de weg, straatfeest, buurtbarbecue, concert of sportactiviteit op één dag (klein evenement).
Onder een evenement wordt in ieder geval niet verstaan:
bioscoopvoorstellingen, markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet, snuffelmarkten, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en speelgelegenheden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
voorzieningen inzake welzijn en volksgezondheid, zoals een artenspraktijk, fysiotherapie of verslavingszorg, niet zijnde verslavingsopvang;
bodembewerkingen zoals het scheuren van een perceel, frezen en of ploegen, opnieuw egaliseren, en inzaaien of bijzaaien ten behoeve van graslandverbetering;
het houden van vee onder de grens van een inrichting zoals genoemd in de Wet milieubeheer en/of materieel stalling ten behoeve van het beheer van gronden in agrarisch gebruik;
al dan niet verplaatsbare constructies hoger dan 1,5 m ten behoeve van vollegrondstuinbouw, fruitteelt overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas of met gaas, bestemd als trek- of kweekkas of bescherming van het gewas;
een gebouw, dat op een bouwvlak door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een gebouw met een eenvoudige constructie en beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief nachtverblijf voor passanten;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig logies verstrekken, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie. De volgende indeling in typen horeca wordt gehanteerd:
zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend, die:
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
de verhuur van onzelfstandige woonruimte in een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
voorzieningen ten behoeve van wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van aanlegsteigers, picknickplaatsen, vissteigers, observatiepunten, informatieborden en banken;
een bij een agrarisch bedrijf behorende theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf;
al dan niet verplaatsbare constructies lager dan 1,5 m ten behoeve van vollegrondstuinbouw, of fruitteelt, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas of met gaas, bestemd als trek- of kweekkas of om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking;
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van civieltechnische diensten en/of cultuurtechnische diensten of het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van werktuigen;
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer en dergelijke), logies- en/of verenigingsaccommodatie, een verkooppunt voor paardrijartikelen en het houden van wedstrijden of andere evenementen;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
ondergeschikt bestanddeel van de totale omvang van een bedrijf of woning;
een gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van kampeermiddelen gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober;
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en gebouwen voor telecommunicatie;
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen, op het gebied van landbouw en tuinbouw;
horeca als niet zelfstandige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca activiteiten zijn van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
detailhandel als niet zelfstandige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
kassen die uitsluitend bestemd zijn voor ondersteuning van vollegrondstuinbouw;
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk grond kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen van paarden dan wel het uitoefenen van de paardensport;
het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden; onder paardenstalling worden geen maneges verstaan;
detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto’s, boten, caravans, tuininrichtings-artikelen, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen;
een woning gelegen bij een agrarisch bedrijf zonder dat er sprake is van een functionele binding tussen woning en bedrijf;
sportieve groepsactiviteiten in de vorm van kanovaren, survival, zeskamp en vlotten bouwen en daarmee gelijk te stellen activiteiten in een polderlandschap;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
recreatieve verblijven binnen de bestaande bebouwing, die bedoeld zijn om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt ten behoeve van recreatieve doeleinden;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt ten behoeve van recreatieve doeleinden;
inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
amovering van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, inclusief de bestaande fundering;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-porno-grafische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautoma-tenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie;
een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden;
de mogelijkheid voor een sport- en spelbaan (golfbaan) tot maximaal 150 m² binnen de nu aanwezige agrarische bebouwing;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 1 onderdeel van deze regels uitmaakt;
een bouwwerk voor recreatief verblijf in de vorm van een caravan of een andersoortig onderkomen al dan niet op wielen dat, mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
rooien, kappen, verplanten, het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen, het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben;
de gevel van een woning die naar aard en oriëntatie als belangrijkste beeldbepalende gevel kan worden aangemerkt;
het wonen in een woning;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden of - ingeval van inwoning - van twee huishoudens, aanbouwen en uitbouwen daaronder begrepen, bijgebouwen en bedrijfsgebouwen daarvan uitgezonderd;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden of - ingeval van inwoning - van twee huishoudens, aanbouwen en uitbouwen daaronder begrepen, bijgebouwen en bedrijfsgebouwen daarvan uitgezonderd;
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel;
de opvang van maximaal 25 volwassenen en/of gehandicapten, inclusief nachtverblijf waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van de therapie en waarbij kleinschalige recreatieve voorziening en/of een theeschenkerij zijn toegestaan.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Algemene regels
tussen de grenzen van het bouwvlak en enig punt van een op dat bouwvlak voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen
tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren)
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
Aanvullende regels
De in lid 2.2 genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximale bouwhoogte niet meer dan 3 meter overschrijden;
Indien er dakoverstekken aanwezig zijn met een lengte van 50 cm of meer, dan wordt bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk het einde van de dakoverstek als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Er mogen geen gebouwen worden gebouwd.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) ter plaatse van de in artikel 3.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 3.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
De voor 'Agrarisch - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 1 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) ter plaatse van de in artikel 4.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 4.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Voor zover de in artikel 4.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot de beschermden waarden zoals bedoeld in artikel 4.1 sub a, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 5.2.1 onder a. mogen aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden opgericht, waarbij geldt dat deze:
Het gebruik van de voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden voor de doeleinden, zoals genoemd in lid 5.1 sub f. en k., is slechts toegestaan indien in voldoende mate is aangetoond dat op een goede wijze in de parkeerbehoefte voor de doeleinden zoals genoemd in lid 5.1 sub f. en l. wordt voorzien.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1. onder a, voor het toestaan van wonen op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum – wonen': onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 9.2.1 sub a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' de bijgebouwfunctie als bedoeld in artikel 9.1 sub c.4 eveneens worden gerealiseerd buiten het bouwvlak. In dat geval is het bepaalde in 21.2.2 onder c., e. en d. van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het totale oppervlakte aan bijgebouwen bij de woning Vogelzangsekade 2 niet meer dan 50 m2 mag bedragen.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De gronden zoals bedoeld in 10.1 onder e. mogen slechts worden gebruikt voor de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden en mogen daarbij tevens worden gebruikt voor extensieve recreatieve doeleinden zoals wandelroutes. Deze gronden mogen niet worden gebruikt voor speelvoorzieningen, sportvoorzieningen, evenementen en door gemotoriseerd verkeer, anders dan gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden.
Het is verboden op de in 10.1 onder e. bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De onder 10.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken en/of werkzaamheden:
De voor 'Horeca - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
De voor 'Kantoor - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
De voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) ter plaatse van de in 14.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 14.3.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 14.3.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Voor zover de in 14.3.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot de beschermden waarden zoals bedoeld in 14.1 onder a, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Sport - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bepaalde in lid 16.2.1 onder a, voor de uitbreiding van de bestaande sporthal op het adres Koningin Wilhelminastraat 27a te Benschop, op voorwaarde, dat:
De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Er mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Als verboden gebruik wordt in elk geval aangemerkt de verkoop en opslag van motorbrandstoffen.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Ter plaatse van de aanduiding 'markt' is het houden van markten toegestaan voor ten hoogste twee dagen per week.
De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Er mogen geen gebouwen worden gebouwd
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 21.2.1 onder a. mogen aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden opgericht, waarbij geldt dat deze:
In afwijking van het bepaalde in lid 21.2.1 onder a. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' een overkapping worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 20 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 m.
In afwijking van het bepaalde in lid 21.2.1 onder a. en 21.2.2 mag ter plaatse van de aanduidingen 'bijgebouwen', 'specifieke vorm van wonen - bijgebouwen 2', 'specifieke vorm van wonen - bijgebouwen 3' en 'specifieke vorm van wonen - bijgebouwen 4' de bestaande bebouwing niet op enigerlei wijze worden vergroot.
In afwijking van het bepaalde in lid 21.2.1 onder a en 21.2.2 mogen aan de voorzijde van een woning erkers worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Het bepaalde in lid 21.2.2, 21.2.3, 21.2.4 en 21.2.5 is niet van toepassing op gronden met de aanduiding 'gestapeld'.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.7 onder c, voor het bouwen van een erf- en/of terreinafscheiding tot een hoogte van maximaal 2 m, gesitueerd voor de naar de openbare weg gekeerde zijgevellijn van het hoofdgebouw; op voorwaarde, dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
waarbij geldt dat de maximale hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, en de maximale hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mag bedragen.
Op deze gronden is het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, ten behoeve van het bouwen van een woning, zoals bedoeld in lid 21.2.1 staat vast dat:
In afwijking van het bepaalde in artikel 21.2.1 en artikel 21.2.2 kan enkel een omgevingsvergunning wordt verleend voor de nieuwbouw van woningen en de bijbehorende bouwwerken indien ten genoegen van het college van burgemeester en wethouders is voldaan aan de uitgangspunten zoals opgenomen in bijlage bij de regels 4 en ten minste 2 parkeerplaatsen op eigen terrein worden gesitueerd.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemeenschappelijke leefruimte' gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 60% per bouwperceel; met dien verstande dat het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - gestapeld 1' en 'specifieke bouwaanduiding - gestapeld 2' maximaal 100% per bouwperceel bedraagt.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.1 onder a, voor het vergroten van het bebouwingspercentage tot maximaal 70% per bouwperceel, op voorwaarde; dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.4 onder c, voor het bouwen van een erf- en/of terreinafscheiding tot een hoogte van maximaal 2 m, gesitueerd voor de naar de openbare weg gekeerde zijgevellijn van het hoofdgebouw; op voorwaarde, dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Voor aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de bestemming 'Leiding - Riool'worden gebouwd:
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.2.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 23.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 100 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 30 cm ten opzichte van maaiveld, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
Aan een afwijking kunnen de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) ter plaatse van de in 24.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 24.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 24.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 24.4.1 te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag hieromtrent een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige te overleggen.
Voor zover de in 24.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 200 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 50 cm ten opzichte van maaiveld, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
Aan een afwijking kunnen de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de in 25.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 25.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 25.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 25.4.1 te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag hieromtrent een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige te overleggen.
Voor zover de in 25.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 2.500 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 100 cm ten opzichte van maaiveld, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
Aan een afwijking kunnen de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de in 26.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 26.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 26.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 26.4.1 te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag hieromtrent een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige te overleggen
Voor zover de in 26.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen (enkelbestemmingen) mogen op de in 27.1 bedoelde gronden geen bouwwerken worden gebouwd waarvoor een rapportage noodzakelijk is zoals bedoeld in artikel 7.2 Wet milieubeheer, tenzij middels onderzoek aangetoond kan worden dat er geen aantasting plaatsvindt van archeologische waarden.
Aan een afwijking kunnen de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de in 27.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 27.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 27.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 27.4.1 te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag hieromtrent een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige te overleggen.
Voor zover de in 27.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' te verwijderen van de verbeelding, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische verwachtingswaarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundig beeld van de binnen het beschermd dorpsgezicht voorkomende, dan wel daaraan eigen cultuurhistorische waarden voor zover die bepaald worden door:
Er mag uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig c.q. aansluitend aan de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaande stedenbouwkundig beeld, voor zover betrekking hebbend op:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan situering, afmetingen en kapvormen van de bebouwing ten behoeve van:
Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op het behoud van de waarden van het beschermd dorpsgezicht.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 m, ten behoeve van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 29.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, ten behoeve van de bestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.2 en worden toegestaan dat bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de andere bestemming, mits:
met dien verstande dat:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 30.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 30.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
De bouwregels als bedoeld in regels hoofdstuk 2 zijn van overeenkomstige toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande, dat:
Als gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
De in 33.3.1 bedoelde vergunning wordt geweigerd indien het belang van de monumentenzorg onevenredig wordt geschaad.
Het in 33.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien de activiteit betrekking heeft op:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van:
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan teneinde de maximum goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en overige gebouwen te verhogen, mits de verhoging:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het onderbrengen van een extra woning in monumenten en karakteristieke panden zoals opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart gemeente Lopik, dan wel diens rechtsopvolger, ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorische waarden', mits:
met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het gebruik van de gronden voor het houden van meerdaagse evenementen, waaronder jaarmarkten, festivals, tentfeesten, kermissen en vergelijkbare evenementen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de bedrijfsvoering, dan wel bij beëindiging van de maatschappelijke functie de bestemmingen 'Bedrijf - 2', 'Centrum', 'Dienstverlening' 'Horeca - 2', 'Gemengd - 2', 'Kantoor - 2' en 'Maatschappelijk - 2' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - 2', onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij beëindiging van de bedrijfsvoering de bestemming 'Bedrijf - 2', te wijzigen in de bestemming 'Horeca - 2', onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, de gronden met de bestemming 'Bedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:
Het wijzigen van de bestemming Bedrijf naar Wonen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de geldende bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' geheel, gedeeltelijk en/of gefaseerd kan worden gewijzigd in de bestemming Wonen, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het bouwen van maximaal één grondgebonden woning, waarbij:
5.5.1 Voorwaarden
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een wijziging van het plan, mits:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'De kernen van Lopik'