direct naar inhoud van Artikel 26 Recreatie - Verblijfsrecreatie - International
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen Sluis
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bprecreatieterrein-ON01

Artikel 26 Recreatie - Verblijfsrecreatie - International

Een nadere toelichting is te vinden in paragraaf 5.27

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - International' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

26.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

26.2.1 Toelaatbare bebouwing

26.2.2 Maatvoering
  • a. het aantal, goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, oppervlakte, inhoud en onderlinge afstand bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouwen en bouwwerken   aantal   goothoo gte van een bouwwe rk    bouwhoogte van een bouwwerk   oppervlakt e van een bouwwerk    inhoud van een bouwwerk    afstand tussen gebouwen bouwwerken onderling  
recreatiewoningen   4   4 m   8 m   90 m²     3 m  
standplaatsen voor kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf inclusief aan- en uitbouw en veranda   263   3 m   5 m   75 m2     3 m  
bijgebouw bij kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf    1     3 m   10 m2     3 m  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen     5 m   9 m   15% van het bouwvlak     0 of 3 m  
bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouw, veranda en bijgebouwen   1 per bouwvla k   5 m   9 m   200 m2   1.000 m3    
erfafscheidingen       1,25 m        
nutsvoorzieningen       3 m        
straatverlichting met neerwaartse uitstraling       5 m        
speelvoorzieningen       8 m        
vlaggenmasten       10 m        
overige bouwwerken, geen gebouw, zijnde       3 m        

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 voor het toestaan van hogere straatverlichting, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. geen lichtuitstraling naar de bovenkant;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 meter;
  • c. aangetoond is dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn en is aangegeven in welke periode;
  • d. de effecten op de omgeving beoordeeld zijn.
26.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en/of een recreatiewoning met bijbehorende aan- en uitbouw en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf mag gedurende het hele jaar;
  • c. recreatief nachtverblijf in een bijgebouw is niet toegestaan;
  • d. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 4;
  • e. het aantal bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en voor kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 263;
  • f. een kampeermiddel is uitsluitend toegestaan op een standplaats;
  • g. een onoverdekt zwembad is niet toegestaan;
  • h. een parkwinkel is niet toegestaan;
  • i. ondergeschikte detailhandel met een maximum van 25 m² is toegestaan;
  • j. de afstand tussen horeca en de functie wonen bedraagt ten minste 50 m;
  • k. het is niet toegestaan onbebouwde gronden te gebruiken voor:
    • 1. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen met een hoogte en een oppervlakte van respectievelijk meer dan 1,5 m en 50 m²;
    • 2. als uitstallings- opslag- en standplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen en boten;
    • 3. als opslagplaats voor bagger en grondspecie.

26.5 Afwijken van de gebruiksregels
26.5.1 Onoverdekt zwembad

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.4 voor de aanleg van een onoverdekt zwembad, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het zwembad mag uitsluitend ten dienste zijn aan het ter plaatste gevestigde verblijfsrecreatiebedrijf;
  • b. de grootte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 250 m²;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;
  • d. bij het bij een omgevingsvergunning afwijken is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmeting van het zwembad alsmede met betrekking tot het treffen van voorzieningen ter afscherming van het zwembad, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, danwel voor een verantwoorde en evenwichtige inpassing van het zwembad in de omgeving.

26.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de oppervlakte van recreatiewoningen zoals bepaald in 26.2 te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de recreatiewoningen ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak mag bedragen;
  • b. de wijziging geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.