3.2 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur & ruimte (SVIR)
Algemeen
De Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte (SVIR) bevat het ruimtelijke beleid van het rijk als opvolger van de Nota Ruimte (2004). De SVIR is in maart 2012 in werking getreden.
- In de SVIR is geen specifiek ruimtelijk beleid voor de gemeente Sluis geformuleerd.
- Wel zijn in de SVIR de dertien onderwerpen aangegeven die het rijk als 'nationaal belang' beschermingswaardig acht. Voor een aantal van deze onderwerpen is reeds een (beschermende) regeling opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, zie hierna).
Nationaal Landschap
In de SVIR zijn gebieden aangewezen die internationaal zeldzaam/uniek zijn, of die kenmerkend zijn voor Nederland.
- Geheel West Zeeuws-Vlaanderen - dus ook het plangebied - is als Nationaal Landschap aangeduid. In de SVIR is aangegeven welke kernkwaliteiten West Zeeuws-Vlaanderen als gebied bezit. Het nationaal landschap komt tevens aan bod in het Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 (zie paragraaf 3.2).
- Binnen Nationale Landschappen geldt behoud door ontwikkeling als uitgangspunt. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt.
- De kuststrook Breskens-Cadzand is aangegeven als prioritair aandachtsgebied. Versterking van de kust in combinatie met de verdere ontwikkeling van het landschap, natuur, recreatie en economische ontwikkelingen worden als kansen benoemd.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
Algemeen
Voor de ruimtelijke onderwerpen die de rijksoverheid van 'nationaal belang' acht, heeft de Minister van Infrastructuur & Milieu een beschermende regeling opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient een gemeentebestuur bij het vaststellen van een ruimtelijk plan de algemene regels van het Barro in acht te nemen.
Het Kustfundament
Titel 2.3 van het Barro bevat algemene regels aangaande bestemmingsplannen die betrekking hebben op het kustfundament. Een deel van plangebied maakt deel uit van het kustfundament, zie figuur 3.1.
Figuur 3.1. Het Kustfundament in de gemeente Sluis
Op grond van het Barro dient in dit bestemmingsplan daarom rekening te worden gehouden met de volgende aspecten.
- Artikel 2.3.2. In een bestemmingsplan waarbij de voorafgaande bestemming wordt gewijzigd, worden geen activiteiten mogelijk gemaakt die een belemmering vormen voor het uitzicht op de vrije horizon vanaf de gemiddelde hoogwaterlijn met de blik op zee.
- Artikel 2.3.3. Een bestemmingsplan geeft de bestemming «waterkering» aan gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben.
- Artikel 2.3.4. Met betrekking tot gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben, of beschermingszones, kan een bestemmingsplan worden vastgesteld dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan voor zover bij de verwezenlijking daarvan geen belemmeringen kunnen ontstaan voor:
-
1. de instandhouding of versterking van het zandige deel van het kustfundament;
-
2. het onderhoud, de veiligheid of mogelijkheden voor versterking van de primaire waterkering.
Permanente bewoning
Wat houdt permanente bewoning in
Permanente bewoning houdt in: "het (al dan niet tijdelijk) gebruiken van een voor recreatie bestemd verblijf als (hoofd)woonverblijf". Onder hoofdverblijf wordt verstaan "de plaats die fungeert als het centrum van sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene, die voor permanente bewoning geschikt is en tenminste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid."
Wat als er sprake is van permanente bewoning
Het rijksbeleid geeft gemeenten enige ruimte om zelf beleid te voeren ten aanzien van permanente bewoning van recreatiewoningen.
De gemeente heeft daarbij de volgende mogelijkheden:
-
handhaven van de recreatieve bestemming: permanente bewoning wordt dan niet mogelijk gemaakt;
-
gedogen: hiermee wordt de situatie die op een bepaald moment aanwezig is gedoogd, nieuwe permanente bewoning wordt niet toegestaan;
-
legaliseren: hierbij wordt permanente bewoning toegestaan bij recreatiewoningen; dit kan op verschillende manieren uitgewerkt worden; er kan een bestemming wonen worden toegekend aan de recreatieterreinen, ook kan de bestemming recreatie gehandhaafd blijven, maar kan binnen deze bestemming wonen worden toegestaan (dubbelbestemming);
-
een combinatie van deze keuzes.
Een aantal recreatiewoningen en oude beheerderswoningen worden al tijden permanent bewoond. De gemeente voorziet dat deze permanente bewoning niet binnen afzienbare tijd beëindigd wordt en heeft niet de middelen om handhavend op te treden tegen deze situatie. Hierdoor worden deze woningen in het voorliggende bestemmingsplan gelegaliseerd en voorzien van een bestemming waarin zowel permanente als recreatie bewoning mogelijk is.