Plan: | Irislaan 8 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0866.BP00147-0301 |
In februari 2009 is een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied. Het archeologisch onderzoek gebeurt volgens de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) voorgeschreven werkwijze en bestaat uit een bureauonderzoek. Archeologisch onderzoek is nodig omdat graafwerkzaamheden archeologische vindplaatsen kunnen verstoren.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat zich in het recente verleden bebouwing binnen het plangebied heeft bevonden, waarschijnlijk pas vanaf 1973. Vanaf 1830-1850 tot aan 1973 was het plangebied natuurgebied. De bebouwing, die waarschijnlijk vanaf 1973 in het plangebied heeft gestaan was in gebruik door de scouting. In het plangebied zal een woning worden gerealiseerd.
De ondergrond van het plangebied bestaat uit de Formatie van Boxtel. Binnen de Formatie van Boxtel worden acht laagpakketten gedefinieerd. In het plangebied komt het laagpakket van Wierden voor. Dit pakket bestaat uit dekzand, eolisch fijn tot matig grof zand uit de glaciale periode. In het bureauonderzoek is vastgesteld dat het gehele plangebied geomorfologisch gezien behoort tot welvingen, lage landduinen met bijbehorende vlakten en laagten (4L8). In het plangebied bevinden zich Haarpodzolgronden leemarm en zwak lemig fijn zand (code Hd21) met grondwatertrap VII.
Op de Archeologische Monumenten Kaart staan drie monumenten in de omgeving van het plangebied weergegeven Tevens staan er zeven archeologische vindplaatsen geregistreerd uit het onderzoeksgebied. Het zijn vindplaatsen uit het Neolithicum tot en met de Romeinse tijd.
Volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden geldt er voor het plangebied een middelhoge trefkans voor het aantreffen van archeologische waarden. De Cultuurhistorische Waarden kaart van de provincie Noord-Brabant geeft voor een deel van het terrein een waarde die hoog of middelhoog is, een deel van het terrein staat niet aangegeven aangezien dit bij de bebouwde kom van Aalst behoort.
Gebaseerd op de resultaten van het bureauonderzoek krijgt het plangebied een middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden uit de perioden Neolithicum tot en met de Middeleeuwen.
In april 2009 is het onderzoek beoordeeld door het SRE. In de aanbeveling van het SRE wordt vermeld dat archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk is mits het oppervlak van het te verstoren gebied niet groter is dan 500 m². Daarnaast beveelt het SRE om het gedeelte van het plangebied waar geen bodemverstorende activiteiten plaatsvinden planologisch te beschermen. Deze voorwaarden zijn uitgewerkt in de bebouwingsmogelijkheden en voor de bestemmingen Tuin en Bos is een aanlegvergunningstelsel van toepassing.