direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein Grote Polder 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00007-VAS1

4.6 Externe veiligheid

Bij het opstellen of wijzigen van ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met de risiconormeringen ten aanzien van de externe veiligheid.

Algemeen
Het Rijksbeleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege:

  • het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichting);
  • het transport van gevaarlijke stoffen (openbare wegen, water- en spoorwegen, buisleidingen);
  • het gebruik van luchthavens.

Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van degenen die niet bij de risicovolle activiteit zelf zijn betrokken, maar als gevolg van die activiteit wel risico's kunnen lopen, zoals omwonenden. Het beleid is o.a. verankerd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen5 (BEVI) en de bijbehorende Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen6 (REVI). Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is het beleid gebaseerd op de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen7. In 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden.

In het externe veiligheidsbeleid staan twee doelen centraal: de bescherming van individuen tegen de kans op overlijden als gevolg van een ongeluk, en de bescherming van de samenleving tegen het ontwrichtende effect van een ramp met een groter aantal slachtoffers; respectievelijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico van een bepaalde activiteit is de kans per jaar op een bepaalde plaats, dat een continu daar aanwezig gedacht persoon die onbeschermd is, komt te overlijden als gevolg van een mogelijk ongeluk met die activiteit. Het groepsrisico is de kans per jaar dat in één keer een groep mensen van een bepaalde omvang komt te overlijden bij een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Plangebied
Voor het plangebied en de omgeving is beoordeeld welke (potentiële) risicobronnen in de bestemmingsplantoelichting betrokken moeten worden. Op de provinciale risicokaart staan deze (potentiële) risicobronnen aangegeven.

Inrichtingen
In het plangebied zijn drie inrichtingen aanwezig waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen:

  • Frigo Mundo BV; het betreft hier een omvangrijke koelinstallatie.
  • Christ Holland; het betreft hier opslag van loog/zoutzuur ten behoeve van het productieproces.
  • Huisman Holding BV; Het betreft hier een LPG tankstation en een LPG vulpunt.

Huisman Holding BV is een Bevi inrichting. Figo Mundo BV en Christ Holland vallen niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De normen uit het Bevi zijn daarom niet van toepassing op deze inrichtingen.

Ten aanzien van het LPG tankstation geldt een plaatsgebonden risicocontour van 35 meter rondom het vulpunt en 25 meter rondom het reservoir en van 15 meter rondom de afleverinstallatie. Het invloedsgebied waarvoor het groepsrisico verantwoord dient te worden heeft een straal van 150 meter rondom het vulpunt en reservoir. De plaatsgebonden risicocontouren van respectievelijk 35 en 25 meter rondom het vulpunt en het reservoir zijn door middel van een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone – LPG' opgenomen op de verbeelding. Binnen deze zone zijn geen nieuwe gevoelige functies toegelaten.

De milieuvergunning van Huisman Holding BV is vorig jaar geactualiseerd (beschikking d.d. 15 september 2010), waarbij het plaatsgebonden risico en het groepsrisico zijn getoetst. Aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico wordt voldaan. Het groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde en is als acceptabel beoordeeld.

Aangezien er in het plan geen nieuwe gevoelige functies binnen de veiligheidscontouren van deze bedrijven wordt gerealiseerd stuit het plan niet op belemmeringen.

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het realiseren van kantoren op de hoek Industrieweg / Burgemeester Smeetsweg. Deze locatie bevindt zich binnen het invloedsgebied van het LPG tankstation. In het kader van de procedure van deze wijzigingsbevoegdheid moet een verantwoording van het groepsrisico worden opgesteld. Dit is opgenomen als voorwaarde voor de wijzigingsbevoegdheid. Omdat de manier waarop gebruik wordt gemaakt van deze wijzigingsbevoegheid nog niet bekend is (aard en omvang ontwikkeling) is dit in het kader van dit bestemmingsplan niet nader onderzocht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0638.BP00007-VAS1_0003.jpg"

Figuur 3 uitsnede Risicokaart Zuid-Holland

In de omgeving van het plangebied ligt één Bevi-bedrijf. Ten oosten van bedrijventerrein Grote Polder is Heineken Nederland BV gevestigd. De risicocontour van deze BEVI inrichting ligt ruim buiten het plangebied en vormt daarmee geen belemmering. Nieuwe Bevi-bedrijven worden niet toegestaan op het terrein.

Heineken heeft in het kader van de aanvraag om een revisievergunning een QRA laten opstellen (Save, rapportnr. 187489 090149 - AA20, 30 januari 2009). Uit de resultaten blijkt dat het effectgebied (groepsrisico) van Heineken maximaal 425 meter vanaf de risicobron reikt. Het plangebied ligt voor een zeer klein deel in het effectgebied. Volgens de groepsrisicoberekening bedraagt het maximale aantal slachtoffers ten gevolge van een calamiteit bij Heineken drie personen. Dit wil zeggen dat Heineken geen groepsrisico (GR begint bij 10 dodelijke slachtoffers) veroorzaakt.

Buisleidingen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Binnen het plangebied zijn geen buisleidingen gelegen die relevant zijn voor de externe veiligheid. Buiten de plangrenzen zijn wel twee buisleidingen aanwezig die mogelijk van invloed kunnen zijn op het plangebied. Ten zuiden van de Rijksweg N11 is de een gasleiding van de Gasunie gelegen. Ten westen van het plangebied ligt, parallel aan de Rijksweg A4 een buisleiding ten behoeve van het transport van gas. Echter er worden geen nieuwe ontwikkelingen toegelaten in het effectgebied van de leiding langs de N11, waardoor noch het groepsrisico, noch het plaatsgebonden risico zal/kan toenemen. Het plan stuit derhalve niet op belemmeringen. Tevens ligt het effectgebied van de leiding langs de A4 geheel buiten het plangebied

N11
Het bedrijventerrein Grote Polder valt voor een deel binnen de 200 meter zone langs de N11 waar beperking aan het ruimtelijk gebruik kunnen worden opgelegd. Het groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde en dat wijzigt niet (het plan is immers conserverend van aard). Een groepsrisicoverantwoording is daarom niet nodig. Dit blijkt uit het onderzoek 'Externe Veiligheid opstelplaats RijnGouweLijn van DGMR (16 juli 2010).

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het realiseren van een kantoor op de hoek Produktieweg/Blauwmutsenpad. Deze ontwikkeling bevindt zich binnen 200 meter van de N11. In het kader van de procedure voor de wijziging van het bestemmingsplan moet een verantwoording van het groepsrisico worden opgesteld. Dit is opgenomen als voorwaarde voor de wijzigingsbevoegdheid. Omdat de manier waarop gebruik wordt gemaakt van deze wijzigingsbevoegheid nog niet bekend is (aard en omvang ontwikkeling) is dit in het kader van dit bestemmingsplan niet nader onderzocht.