2.5 Waterhuishouding
Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft op 14 september 2010 haar wateradvies uitgebracht met betrekking tot dit wijzigingsplan.
Voor de planperiode 2010-2015 is het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzingen. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen.
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden. De Keur 2009 maakt het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De watergangen langs de Dr Bouwdijkstraat, verbonden door middel van een duiker, hebben een status als primair polderwater. Overeenkomstig Rijnlands Keur moet aan weerszijden van de primaire watergangen een obstakelvrije strook grond (beschermingszone) met een breedte van 5 meter aanwezig zijn ten behoeve van het uitvoeren van onderhoud, de bescherming van het profiel van de watergangen en het inspecteren van de oppervlaktewateren. Daarnaast heeft deze strook grond een functie in het ontvangen van alle uit het oppervlaktewater afkomstige ongerechtigheden. Deze strook is ook van toepassing op de verbindingsduiker.
In geval van uitbreiding van verhard oppervlak met meer dan 500m2 is op grond van de Keur een compensatie vereist door middel van het graven van een hoeveelheid oppervlakte water die minimaal 15% bedraagt van deze uitbreiding. Onderhavig wijzigingsplan heeft betrekking op het verleggen van de reeds bestaande weg. Per saldo zal het verhard oppervlak daarom nagenoeg gelijk blijven en is er geen watercompensatie nodig.
Vanuit waterhuishoudkundig opzicht zijn er geen belemmeringen voor dit plan.