Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Dr Bouwdijkstraat
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0638.BPDorpskernWY001-ONT2

2.4 Archeologie

Door RAAP is er een 'Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek' uitgevoerd (RAAP-notitie 3199 / eindversie 22-06-2009). Dit onderzoek beschrjift twee plangebieden. Onderhavig plan betreft locatie 1.
 
De conclusie van dit onderzoek luidt als volgt:
 
Op grond van het bureauonderzoek is voor beide plangebieden een verwachting opgesteld.
Voor beide plangebieden gold een middelmatige tot hoge verwachting voor de vindplaatsen vanaf de IJzertijd of Romeinse tijd tot de Late Middeleeuwen. Het gaat daarbij om vindplaatsen met een vondstverspreiding van voornamelijk aardewerk, die kunnen worden aangetroffen in de (intact), veraarde top van het veen.
Op basis van de ligging van beide plangebieden in de historische kern van Zoeterwoude- Dorp gold een hoge verwachting voor het aantreffen van archeologische resten vanaf de 14 de eeuw. Op grond van de historische kaarten werden op locatie 1 geen overblijfselen (funderingen) van een bebouwing uit de Vroege Nieuwe tijd (periode 16e - 18e eeuw) verwacht.
 
In beide deelgebieden is het verwachte veen aangetroffen. Het veen bestaat uit bruin, mineraalarm bosveen. In de deellocatie 1 is de top van het veen verstoord. Er is geen intacte, veraarde top van het veen aangetroffen. De verwachting voor vindplaatsen uit de IJzertijd t/m de Late Middeleeuwen kan dan ook naar beneden worden bijgesteld.
In alle boringen is een opgebracht en/of verstoord pakket aangetroffen van 0,8 tot 1,5 m dik. Tijdens het veldonderzoek is in alle boringen baksteenpuin en mortel aangetroffen. In een aantal boringen zijn fragmenten roodbakkend, geglazuurd aardewerk aangetroffen. Aangezien de bodemopbouw van locatie 1 zeer recent is verstoord vormen deze indicatoren geen aanleiding om de aanwezigheid van een (intacte) archeologische vindplaats op deze locatie te vermoeden.
 
In het rapport worden de volgende aanbevelingen gedaan:
 
Aangezien de bodem op locatie 1 tot minimaal 1,2 m -Mv is verstoord en de voorgenomen ingrepen niet dieper reiken dan 1,0 m -Mv en aangezien er geen aanwijzigingen voor vindplaatsen in het deelgebied zijn aangetroffen, wordt voor deze locatie in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).
 
Aan deze voorwaarden wordt voldaan derhalve zijn er op dit gebied geen belemmeringen voor dit plan.