direct naar inhoud van 4.4 Watertoets
Plan: N320 Culemborg
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN320Culemborg-vst1

4.4 Watertoets

4.4.1 Algemeen

De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied hebben effect op de aanwezige waterhuishouding. Het watersysteem dient op een goede manier hersteld of aangepast te worden. Daarnaast moet de extra hoeveelheid verhard oppervlak en het oppervlak aan te dempen watergangen gecompenseerd worden. Dit bijvoorbeeld door extra waterberging aan te leggen. Door DHV is in september 2012 een watertoets voor het plangebied opgesteld9. Hieronder volgt een samenvatting van de resultaten van dit onderzoek en conclusies. Voor het volledig rapport wordt verwezen naar de bijlage.

4.4.2 Waterparagraaf

Toekomstig watersysteem


Waterberging


Met de aanpassing van de N320 en aansluitende wegen neemt de hoeveelheid verhard oppervlak toe. Dit heeft een extra hoeveelheid versneld afstromend hemelwater tot gevolg. Om dit te compenseren is extra ruimte voor waterberging nodig. Daarnaast worden in het plan een aantal watergangen gedempt. De ruimte voor waterberging die hierdoor verloren gaat moet gecompenseerd worden door dezelfde ruimte in nieuwe watergangen.


In bijlage 4 van het onderzoek van DHV is een overzicht opgenomen van de waterbergingsopgave per peilgebied. De oppervlakken zijn gebaseerd op het referentieontwerp van de Provincie Gelderland van september 2012 (zie bijlage 6 van het onderzoek van DHV voor een aantal profielen uit het referentieontwerp). De in het referentieontwerp opgenomen nieuwe watergangen bieden voldoende ruimte om de waterbergingsopgave (compensatie van het dempen van bestaande watergangen en toename van het verhard oppervlak) op te vullen.


Voor de peilgebieden L&L044, L&L027 en L&L043 is de vrijstelling van compensatie die geldt voor de eerste 1500 m2 extra verharding gebruikt, conform het beleid van Waterschap Rivierenland. In peilgebied L&L043 dient nog wel 50 m2 aan te dempen watergang gecompenseerd te worden. Deze compensatie is binnen het peilgebied niet voorzien, maar deze vindt plaats in het direct benedenstrooms gelegen peilvak L&L009.

afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPN320Culemborg-vst1_0027.jpg"

Toekomstig watersysteem
bron: DHV B.V.


Hierna wordt per peilgebied aangegeven hoe de waterbergingsopgave ingevuld kan worden.


Peilgebied L&L001

De te dempen A-watergang langs de zuidzijde van de N320 komt in het ontwerp terug als een nieuwe A-watergang. De A-watergang aan de zuidoostzijde van de Wethouder Schoutenweg wordt vanwege de verbreding verlegd. Hierin wordt een deel van de waterberging gecreƫerd.


Daarnaast wordt waterberging gecreƫerd in de driehoek tussen de N320, de Wethouder Schoutenweg en de Rietveldseweg. De huidige C-watergang die daar ligt voert middels een duiker rond 300 mm onder de Wethouder Schoutenweg af richting het oosten. Deze duiker komt te vervallen. De nieuwe waterberging wordt met een nieuwe duiker rond 500 mm onder de Rietveldseweg door verbonden met het oppervlaktewatersysteem.


Peilgebied L&L037

Er worden geen watergangen gedempt. De waterberging kan gerealiseerd worden door in de noordelijke berm van de N320, tussen de weg en de watergang het water van de weg hier op te vangen in laagtes tussen de bomen die overlopen naar de watergang. Gemeente Culemborg heeft ook een wateropgave voor de verbreding van de Erasmusweg.

Peilgebied L&L063

De compensatie van de waterberging vindt hier plaats door de watergangen die aan beide zijden langs de afrit Beesdseweg komen te liggen. Aandachtspunt voor het ontwerp is dat ter plekke van de aansluiting van de afrit op de Beesdseweg een bestaande put aanwezig is. Volgens de gemeente is dit een put met een flowmeter waarmee het debiet van de rioolpersleiding gemonitord wordt. In de hoek van de N322 en de N833 is ruimte voor een droogvallende waterberging. Deze droogvallende waterberging moet met een duiker rond 500 mm onder het fietspad door verbonden worden met de bestaande B-watergang.


Peilgebied L&L009; De Meer

In de hoek tussen de N320 en de N833 wordt een zaksloot gedempt. In deze hoek wordt een nieuwe droogvallende waterberging aangelegd. Deze droogvallende waterberging moet met een duiker rond 500 mm onder de Voorkoopstraat door verbonden worden met De Meer.


Peilgebied L&L056

Ten zuidwesten van de Rijksstraatweg richting het centrum van Culemborg ligt een zaksloot. Deze wordt gedempt en komt weer als zaksloot terug. De te compenseren waterberging wordt in deze zaksloot gerealiseerd. In de noordwest hoek van de Rijksstraatweg en de Multatulilaan ligt een siervijver. Deze vijver is particulier eigendom en wordt niet meegerekend in de waterbergingsberekening.


Peilgebieden L&L044, L&L027 en L&L043

Voor de eerste 1500 m2 aan extra verharding geldt een vrijstelling, deze hoeft niet gecompenseerd te worden door waterberging. In de peilgebieden L&L044, L&L027 en L&L043 is de gezamenlijke toename aan verharding minder dan 1500 m2. Voor deze peilgebieden wordt gebruik gemaakt van de vrijstelling. In peilgebied L&L043 dient nog wel 50 m2 aan te dempen watergang gecompenseerd te worden. Deze compensatie vindt plaats in het direct benedenstrooms gelegen peilvak L&L009.


Waterkwaliteit

De grootste kans op vervuiling van oppervlaktewater als gevolg van de afstroming van vervuild hemelwater van de verharding is ter plekke van de kruispunten en de rotonde, omdat daar de autobanden het meest slijten en de kans op ongelukken het grootst is. Een deel van het hemelwater van deze kruisingen wordt via de riolering afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het grootste deel van het afstromende hemelwater van de weg voert via de berm af naar de parallel aan de weg gelegen watergang. Uit onderzoek is gebleken dat veruit de meeste vervuiling achter blijft in het bovenste deel van de bodem van de berm. Het is daarom niet nodig om zuiverende voorzieningen aan te leggen.


Afvoercapaciteit duikers

Als gevolg van de aanpassing van de N320 en aansluitende wegen moeten een aantal duikers verlengd worden. Voor de betreffende duikers is berekend of de afvoercapaciteit bij verlenging nog voldoende is. De duiker die aan de westzijde van het plangebied onder de N320 door ligt voldoet in de huidige situatie niet. Het waterschap is akkoord dat de extra opstuwing door de verlenging van deze duiker wordt gecompenseerd door de diameter van een bovenstrooms gelegen duiker te vergroten van 800 mm naar 1000 mm.


Onderhoud

Ter plekke van de nieuwe watergangen is in het ontwerp voldoende ruimte gereserveerd voor onderhoudsstroken. Er wordt niet uitgegaan van varend onderhoud. Waterschap Rivierenland heeft aangegeven de onderhoudspaden van 4 m langs de A-watergangen in principe niet in eigendom te willen hebben. De voorkeur gaat er naar uit om de toegang voor het beheer en onderhoud middels een zakelijk recht te regelen. Deze A-watergangen zijn gelegen buiten het plangebied, waarmee voornoemde eisen anderszins geregeld worden.

4.4.3 Conclusie

Het aspect water vormt met de beschreven maatregelen geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de ontwikkeling in het plangebied. Het waterschap is akkoord met het planvoornemen.