Inpassingsplan N348

3.3 Landschappelijke inpassing

De nieuwe weg loopt door het landelijke gebied tussen Zutphen en Eefde. Het doel is om de weg zo goed mogelijk te integreren in het bestaande landschap. Tevens bestaat de wens voor een herkenbaar en continu wegbeeld, die bepalend is voor de identiteit van deze regionale verbinding.

Voor de inpassing in het landschap is onder meer de hoogteligging van de weg van belang. Om de nieuwe N348 zo goed mogelijk in te passen wordt een aantal maatregelen genomen. Hierbij gaat het niet alleen om technische maatregelen, maar ook maatregelen op het gebied van nieuwe beplanting. De maatregelen en de achterliggende landschappelijke analyse staan beschreven in het 'Rondweg N348 Zutphen - Eefde, Landschapsplan' (provincie Gelderland, d.d. 5 november 2009).

Rond de wijk Polbeek wordt de weg enigszins verdiept aangelegd met aan de zijde van de woonwijk een klein dijklichaam. Op deze wijze is de nieuwe weg vanuit de woonwijk niet zichtbaar en treedt er ook geen (licht)verstoring op door de verlichting van het autoverkeer. Het dijkje heeft tevens een functie van geluidswal.

Het water van de Polbeek wordt op één punt gekruist door middel van een duiker. Ten noorden van de weg behoudt de Polbeek zijn huidige kronkelende ligging.

Tussen de wijken Polbeek en Voorsteralleekwartier zal het beeld sterk bepaald worden door de geluidwallen (ca. 4 meter hoog) aan weerszijden van de weg.

Een plek met een bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarde is de Eefsche Enk. Een zo laag mogelijke ligging van het wegtracé komt het meest tegemoet aan behoud van het open karakter. Insnijding van de weg in de Eefsche Enk zorgt ervoor dat gebruikers de enk meer ervaren. Daarnaast wordt op deze manier de weg zoveel mogelijk ontrokken aan het zicht.

In het gebied tussen het Twentekanaal en de Mettrayweg is het niet mogelijk om de weg op of onder maaiveld aan te leggen. Omdat het tracé hier door een waterbergingsgebied loopt, wordt de weg op een dijklichaam (ca. 1 m hoog) aangelegd.

Boogbrug

Langs het gehele Twentekanaal zijn verbindingen gelegd in de vorm van (meestal witte) boogbruggen. De nieuwe brug over het Twentekanaal zal hierop aansluiten en uitgevoerd worden als boogbrug.

Kunstopdracht "Het Witte Lint"

Gekozen is om de rondweg Zutphen te laten begeleiden door een kunstopdracht. Doel van de opdracht is om de provinciale weg meer aanzicht en samenhang te geven. De kunstopdracht betreft het tracé van de provinciale weg N348 vanaf het ziekenhuis (aansluiting op de IJsselbrug/N314) tot aan de nieuwe rotonde op de Zutphenseweg in Eefde. De rondweg doorsnijdt niet alleen horizontale lijnen, maar ook verschillende landschapsvormen, zoals de omgeving van het Twentekanaal en het beekdal van de Eefsche beek.

Het motto van de kunstopdracht is om duidelijke herkenbare wegen langs de IJssel te creëren, maar wel passend bij de eigenheid van het gebied. De oude wegenstructuren, aansluitingen en eikenlanen moeten zichtbaar blijven, maar toch moet de weg één geheel vormen.

Als thema is gekozen voor "Het Witte Lint". De inspiratie voor "Het Witte Lint" werd gevonden in het witte stadsfront van Zutphen langs de IJssel, de witte bruggen over het Twentekanaal en de meidoornvlechtcultuur in de regio.

Onderdelen van het beeld zijn:

• Laanbeplanting, refererend aan, maar onderscheidend van de historische bomenrijen langs de historische delen van het tracé van de N348.
• Bijzonder aangeplante meidoorns, als verwijzing naar de vlechthagencultuur in de omgeving.

Als afgeleide hiervan zal de nieuwe N348 vanaf Eefde tot en met het Nieuwe Spittaal Ziekenhuis aan de huidige N348 (Den Elterweg) begeleid worden door een wit lint. Dit witte lint wordt gevormd door (wit bloeiende) meibomen op een soort van sokkels, geplant op de aanwezige lage aarden wallen.

In de meer open landschappen (beekdal Eefsche beek, Eefdese enk, rondom de Polbeek) worden de bomen verder uit elkaar geplant, waardoor een meer transparant scherm ontstaat. Door dit scherm wordt de aanwezigheid van auto's en strooilicht gedempt.

In het wegdeel tussen de woonwijken Voorsterallee en Polbeek worden de bomen aan de binnenzijde van het talud geplant. Op het bedrijventerrein De Mars is het door de grote hoeveelheid kabels en leidingen niet mogelijk om langs de weg bomen aan de planten. De 'geplande' bomen langs dit deel van het tracé worden als het ware 'opgeschoven' naar een plek bij de spooronderdoorgang en daar als een dubbele rij aangeplant. Daarnaast wordt voorgesteld om de erfafscheiding van de bedrijven met meidoornhagen in te richten.

Bij de aanloop naar de brug over het Twentekanaal blijft de beplanting op het bestaande maaiveldniveau, waardoor de brug oprijst uit het groen.

Figuur 7: Impressie van “Het witte lint”