direct naar inhoud van 3.2 Stedenbouwkundige hoofdopzet
Plan: Benschop-Oost
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.08benschopoost-OB01

3.2 Stedenbouwkundige hoofdopzet

Bij het opstellen van het stedenbouwkundig plan is voor het gebied een aantal structurerende thema's als uitgangspunt genomen. In dit hoofdstuk worden deze thema's uitgewerkt.

Kenmerkend veenontginningslandschap als drager
Het langgerekte slotenpatroon van het slagenlandschap vormt het vertrekpunt van het stedenbouwkundig ontwerp. De belangrijkste structuurlijnen van de nieuwe wijk volgen de richting van het landschap. Enerzijds zijn dit bestaande sloten aan de rand van het plangebied. Anderzijds volgt de centrale ontsluitingsweg de (gedempte) sloot in het midden van het plangebied. Er ontstaan twee 'akkers' die als zodanig herkenbaar blijven doordat zij ieder op eigen wijze worden verkaveld. De hoofdrichting van de nieuwe wijk volgt de richting van het landschap.

Naast de landschappelijke lijnen gaat het stedenbouwkundig ontwerp ook uit van het behoud van het ontginningslint langs de Benschopperwetering (Dorp). Zo wordt de nieuwe wijk vanaf het lint ontsloten. De nieuwe wijk wordt van het lint gescheiden door een waterloop, waardoor de kavel zichtbaar als onderdeel van het lint wordt behouden en zorgvuldig wordt ingepast.

Zicht op het fraaie landschap
Het karakteristieke veenontginningslandschap is bijzonder fraai en biedt aantrekkelijke vergezichten. Een waarde die voor de nieuwe wijk als kwaliteit benut dient te worden. Haaks op de hoofdrichting (lengterichting) wordt voorzien in een tweetal openbare ruimten (dwarsverbanden), waarvandaan het landschap direct wordt beleefd. Ook vanuit de woningen (aan deze ruimten) is de nabijheid van het landschap voelbaar. Dit geldt in de overtreffende trap voor de woningen die direct aan het fraaie landschap zijn gelegen, een bijzondere woonkwaliteit.

De openbare ruimten worden aan de waterkant op diverse plaatsen verbijzonderd met bijvoorbeeld een flauw talud (natuurlijke oevers). De bewoners van de nieuwe wijk, maar ook de huidige bewoners van de naastgelegen wijk, kunnen zo genieten van het landschap. In ieder geval één van de ruimten zal worden ingericht als speelterrein. In het zuidelijke deel van het plangebied wordt tussen de groene plek en de nieuwe watergang de mogelijkheid geboden om tot aan en langs het open landschap te lopen.
Aan de noordzijde is sprake van een geurcirkel. Binnen deze cirkel worden geen woningen gebouwd, maar krijgt een groene invulling.

Soepele overgang richting het landschap en de kern
Rondom de nieuwe wijk geven (ver)brede sloten vorm aan de landschappelijke overgang naar de omgeving. Ook tussen het lint aan het Dorp en de nieuwe wijk wordt water ingezet als herkenbare overgang. De landschappelijke overgang bestaat niet alleen uit water maar onder andere ook uit opgaande vegetatie langs de waterkant, zoals rietoevers. Aan de zijde van de bestaande kern wordt water en opgaande beplanting (gecombineerd met relatief kleine steigers voor de nieuwe bewoners) ingezet om privacy te creëren voor de huidige bewoners. Aan de landschapszijde wordt een hard contrast voorkomen en een kwalitatieve dorpsrand gecreëerd. In het zuidelijke deel van het plangebied wordt dit nog eens versterkt door te voorzien in een rieteiland met meer extensieve en vrij gelegen bebouwing.

Drie sferen
In de nieuwe wijk zijn drie sferen te onderscheiden: het lint, de akker en het rieteiland. Zij zijn sterk van elkaar gescheiden door een combinatie van water en opgaande beplanting. Een brug of een gelijkwaardige oeververbinding geeft fysiek vorm aan de concrete overgangsmomenten.

Daarnaast wordt het onderscheid benadrukt door enerzijds ruimte te creëren tussen het lint en de akker, en anderzijds contrast in inrichting tussen het extensief en landschappelijk rieteiland en een compact carré met een combinatie van sociale woningen en seniorenwoningen met een (ver)harde waterkant.

Dorpse buurtjes
Op de akker worden verschillende buurtjes onderscheiden. Het kleinschalige karakter dat hierdoor ontstaat, past in de dorpse setting. De dorpse sfeer was een belangrijk thema in het participatietraject. De buurtjes zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden en hebben ieder een eigen thema binnen de overkoepelende sfeer van de wijk. Deze sfeer is bovenal 'dorps' en zal worden gekenmerkt door traditionele architectuur en materialen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.08benschopoost-OB01_0005.jpg"

Figuur 5: Voorlopig stedenbouwkundig plan