Plan: | Benschop-Oost |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.08benschopoost-OB01 |
Verkeer
De nieuwe wijk wordt ontsloten vanaf het lint. De hoofdverkeersroute volgt de richting van het landschap. Wel worden asverdraaiingen ingezet om een lange rechtstand te voorkomen. Ruimtelijk leidt dit tot afwisselende zichten en een kleinschaliger indruk. Daarnaast werken zij verkeersremmend. Het hele gebied valt onder het 30 km-regime.
Haaks op de hoofdroute worden de buurtjes door kleinschalige dwarsstraatjes ontsloten. De auto is hier te gast en de inrichting vergelijkbaar met een woonerf. Bij het inslaan van de dwarsstraatjes presenteert het landschap zich. De dwarsstraatjes maken onderdeel uit van groene ruimten met zicht op het landschap.
Op twee plekken wordt in een verbinding voorzien met de bestaande wijk. Midden in de nieuwe wijk wordt één langzaam verkeersverbinding aangelegd. De bestaande wijk voorziet hier in een open einde, waardoor een logische route ontstaat. De nieuwe wijk en het omliggende landschap worden zo voor de huidige wijkbewoners beleefbaar gemaakt, evenals nieuwe (speel)voorzieningen.
De verbinding voor fietser en voetganger aan de zuidzijde van het plangebied, wordt zo ontworpen, dat de nooddiensten en de vuilnisophaaldienst hiervan gebruik kunnen maken. In paragraaf 6.1 wordt nader ingegaan op de mobiliteitstoets.
Water
Water is een belangrijke kwaliteit van het slagenlandschap. Deze wordt voor de woonomgeving benut door de bestaande sloten rondom de nieuwe wijk te verbreden en als ontwerpmiddel in te zetten. Tussen de onderscheiden sfeergebieden versterken dwars(water)verbindingen de herkenbaarheid van overgang. Ook wordt op deze manier de doorstroming verzekerd, waardoor een goede waterkwaliteit wordt gegarandeerd.
De waterlopen worden geflankeerd door opgaande beplanting in of aan de oevers. Zo wordt richting de bestaande kern voorzien in een plasberm waarin watervegetatie zoals riet (in combinatie met kleinschalige steigers voor de nieuwe bewoners) kan floreren. Op overige plaatsen zullen de oevers (deels) beplant worden met streekeigen beplanting. Het fraaie slagenlandschap en de woonomgeving grijpen in elkaar over.
De oevers zijn deels privaat en deels publiek eigendom. De publieke oevers zijn voor een ieder toegankelijk en maken het voor de bewoners van de nieuwe en de bestaande wijk mogelijk om het water en het landschap te ervaren. Ter hoogte van het carré wordt voorzien in een looproute langs het water.
Elk nieuwbouwproject dient te voorzien in voldoende waterbergingscapaciteit. Richtlijn van het hoogheemraadschap is dat 15% van de toename aan verhard oppervlak als waterberging gerealiseerd dient te worden. Dit bovenop het 100% vervangen van gedempte bestaande waterlopen (zie ook paragraaf 5.10).
Er wordt in dit plan uitgegaan van het feit dat overtollig water door kwel en neerslag via het oppervlaktewater uit het plangebied wordt afgevoerd. Hemelwater wordt bovengronds en zichtbaar afgevoerd. In de groene hoven zal gezocht worden naar extra waterberging door de waterafvoer richting omgeving te vertragen. Dit betekent dat hier soms plassen zullen ontstaan.
Een gescheiden rioolstelsel zorgt voor de overige waterafvoer.
Ruimtelijk
De onderverdeling in drie sferen vormt de basis voor de ruimtelijke verschijningsvorm van de bebouwing. In algemene zin wordt gekozen voor een kleine bebouwingskorrel in een informele setting. De kleine schaal past in het dorpse karakter van de nieuwe wijk.
Op de kavels in het lint staan de woningen voorop de kavel. Daarachter is ruimte om per kavel een groter bouwvolume te bouwen, maar met de verschijningsvorm van een bijgebouw. Dat wil zeggen een lage goothoogte en ondergeschikt in uitstraling ten opzichte van de woning voorop de kavel. Op deze manier worden de cultuurhistorische kenmerken van het bebouwingslint beschermd en de continuïteit in het lint behouden.
De akker is onderverdeeld in buurtjes. Ten westen van de centrale ontsluitingsweg wordt de weg begeleid door bebouwing die licht verspringt in de voorgevelrooilijn. Door hier bovendien te voorzien in twee-onder-één-kap woningen of (geschakelde) vrijstaande woningen, wordt een losse bebouwingsstructuur verkregen.
De haaks hierop georiënteerde buurtjes zijn afwisselend compact en extensief. De afwisseling van ruimte en massa biedt de wijk verankering binnen de verder losse en informele bebouwingsstructuur en biedt een zorgvuldige overgang tussen kern en (slagen)landschap.
Het rieteiland vormt een landschappelijk woonmilieu. Bebouwing is hier ondergeschikt aan de landschappelijke (woon)omgeving. Vrijstaande woningen en twee-onder-één-kap woningen liggen verspreid op het eiland en zijn op informele wijze georiënteerd. De ruime en extensieve opzet biedt een hoogwaardig woonmilieu.
Voor de woonvelden op de akker en het rieteiland geldt dat het bestemmingsplan lage bebouwingspercentages vastlegt. Deze lage bebouwingspercentages zorgen voor de hiervoor beschreven beoogde ruimtelijke kwaliteit. De bebouwingsdichtheid ligt rond de 22 woningen per hectare. Bij deze dichtheid is een typische dorpse uitwerking van het plan zeer goed voorstelbaar en ontstaat er relatief veel ruimte voor (groene) plekken in het plan. Deze bieden enerzijds uitzicht op het landschap en anderzijds trekken deze plekken het landschap het plangebied in.
Openbare ruimten en groen
De centrale ontsluitingsweg heeft een continu en groen karakter. Het is de verdeelweg waarvandaan woningen en woonbuurtjes bereikt kunnen worden. De inrichting van de verdeelweg is hoofdzakelijk gericht op het doorstromen van (bestemmings)verkeer.
Haaks op deze weg zijn verschillende openbare ruimten gesitueerd. Zij zullen verschillend worden vormgegeven. Een groene inrichting is bij elk van deze ruimten uitgangspunt en het uitzicht staat daarbij centraal. De noordelijke van de twee groene ruimten staat in directe verbinding met de bestaande wijk en wordt ingericht als gebruiksruimte met daarin in ieder geval enkele speeltoestellen en/of -aanleidingen (zoals losliggende boomstammen, stapstenen en/of andere speelelementen). De ruimte bij het carré staat in verbinding met een rondloop langs het water rondom het carré.
Naast de verschillende groene openbare ruimten wordt groen ingezet als visuele waarde (soms juist beperking van zicht). De landschappelijke en streekeigen beplanting zorgen in relatie met het water voor interessante biotopen en de flauwe oevers voor waardevolle gradiënten.
Programma
Om te voldoen aan het gemeentelijke beleid (doelstellingen toekomstvisie en uitkomsten woningbehoeftenonderzoek; zie ook hoofdstuk 4) worden er verschillende soorten woningen gerealiseerd in Benschop-Oost.
Zo komen er diverse soorten woningen in de sociale sector in zowel huur als koop om de jongere doelgroep te kunnen (blijven) huisvesten in Benschop. Daarnaast komen er verschillende typen woningen voor de doelgroep senioren. Een aantal van deze woningen zijn ook geschikt voor starters. Daarom kunnen deze woningen in eerste instantie ook door starters worden betrokken, maar blijven op lange termijn beschikbaar voor senioren. Er wordt derhalve flexibel met de doelgroepen omgegaan en worden er telkens zorgvuldige afwegingen gemaakt in uitwisselbaarheid in relatie tot de actuele en toekomstige marktvraag.
Ook worden er twee-onder-één-kap-woningen in verschillende prijscategorieën en vrijstaande woningen in de duurdere categorie gerealiseerd. Dit bevordert de doorstroming vanuit de bestaande woningen in Benschop.
In de verschillende buurtjes worden de twee-onder-één-kap woningen afgewisseld met rijwoningen, vrijstaande woningen en een carré van senioren- en sociale woningen. Ook de rijwoningen aan de noordzijde van het plangebied is als sociaal gelabeld.
De nieuwe woningen worden daar waar mogelijk levensloopbestendig gerealiseerd. Op deze wijze kunnen de nieuwe bewoners zo lang mogelijk in hun woning in Benschop blijven wonen.
In totaal worden binnen het plangebied maximaal 100 woningen gerealiseerd.
Onderstaand overzicht is het uitgangspunt in de verdeling over de categorieën:
* rijwoningen (sociale huur en koop) | 30% |
* seniorenbungalows | 20% |
* luxe seniorenwoningen | 15% |
* twee-onder-één-kap woningen (klein) | 15% |
* twee-onder-één-kap woningen (groot) | 10% |
* vrijstaande woningen | 10% |
Parkeren
Parkeren vindt voor een groot deel plaats op eigen terrein. Zo wordt het parkeren zoveel mogelijk geweerd uit de openbare ruimte. Essentieel voor een dorpse beleving.
Gehanteerde parkeernorm:
* Vrijstaande woningen: | 2,0 parkeerplaatsen per woning; |
* Twee-onder-een-kapwoningen: | 1,8 parkeerplaatsen per woning; |
* Rijwoningen: | 1,5 parkeerplaatsen per woning; |
* Seniorenwoningen: | 1,0 parkeerplaats per woning. |
Bij alle woningtypen geldt dat van de gestelde parkeernorm in ieder geval 0,3 pp/won in het openbaar gebied plaatsvinden.