direct naar inhoud van 5.2 Waarden
Plan: Velmolen Oost, Zuidzijde Morgenweg, Uden
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPUmorgenwgzuid-VG01

5.2 Waarden

5.2.1 Archeologie

Ingevolge artikel 38a van de Monumentenwet 1988 dient bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening te worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten.

In het kader van het vigerende bestemmingsplan "Velmolen Oost" is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat niet wordt verwacht dat de voorgenomen graafwerkzaamheden waardevolle archeologische resten zullen verstoren. Er is geen vervolgonderzoek vereist.

Conclusie
Het aspect archeologie vormt geen planologische belemmering voor het plan.

5.2.2 Cultuurhistorie

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant weer. Het plangebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0856.BPUmorgenwgzuid-VG01_0013.jpg"

uitsnede cultuurhistorische waardenkaart

Binnen het plangebied en in de directe omgeving liggen geen cultuurhistorisch waardevolle objecten of terreinen.

Conclusie
Het aspect cultuurhistorie vormt geen planologische belemmering voor het plan.

5.2.3 Flora en fauna

Ten behoeve van de bescherming van zeldzame of kwetsbare planten en dieren zijn twee wetten van toepassing. Middels de Natuurbeschermingswet 1998 worden waardevolle natuurgebieden beschermd. De Flora- en faunawet bevat een soortenbescherming.

Beschermde gebieden
Het plangebied ligt niet binnen een beschermd gebied, zoals opgenomen in Natura 2000 en de ecologische hoofdstructuur.

De Natuurbeschermingswet 1998 kent tevens een zogenaamde 'externe werking', wat betekent dat ook projecten buiten Natura 2000-gebieden vergunningplichtig kunnen zijn wanneer zij een negatief effect hebben op deze gebieden.
Gezien de beperkte omvang van de voorgestane ontwikkelingen en de grote afstand (> 20 km) tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (Deurnsche Peel & Mariapeel) is het niet aannemelijk dat het plan negatieve effecten heeft op natuurgebieden.

Beschermde soorten
Binnen het plangebied zijn merendeels algemeen voorkomende soorten aanwezig, die hun leefgebied hebben in agrarisch gebied. Voor deze soorten zal met de voorgestane ontwikkelingen leefgebied verloren gaan, maar er worden geen biotopen aangetast, omdat in de directe omgeving van het plangebied voldoende agrarisch gebied voor hervestiging overblijft.

Conclusie
Een ontheffing van de Natuurbeschermingswet 1998 of Flora- en faunawet is niet nodig.