direct naar inhoud van 4.1 Nationaal niveau
Plan: Hoenderbos IV, Uden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPhoenderbosIV-VA01

4.1 Nationaal niveau

4.1.1 Nota Ruimte

De belangrijkste uitgangspunten voor het nationaal ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020 staan in de Nota Ruimte, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. Het beleid in de Nota Ruimte is op vier algemene doelen gericht:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Het rijksbeleid is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door de basiskwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te vergroten, en door extra aandacht te geven aan de nationale ruimtelijke hoofdstructuur. De concrete uitwerking van de ruimtelijke kwaliteit is een taak voor de provincies en de gemeenten.

Conclusie
Voor onderhavig plan zijn geen bijzondere doelstellingen van toepassing.

4.1.2 Ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte bevat het toekomstige, nationale, ruimtelijke beleid van het rijk. Naar verwachting treedt de structuurvisie begin 2012 in werking.

Gestreefd wordt naar voldoende goede woningen in steden en dorpen, en een goede bereikbaarheid. Het Rijk geeft daarbij ruimte aan provincies en gemeenten voor het nemen van eigen beslissingen, maar heeft wel nadrukkelijke aandacht voor opgaven van nationaal belang.

Gemeenten krijgen ruimte voor kleinschalige, natuurlijke groei. Bij het beheren en ontwikkelen van natuur krijgen boeren en particulieren in het landelijk gebied een grotere rol.

Bij de gebiedsontwikkeling is de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties leidend. Daarbij is duurzame verstedelijking van belang: hergebruik voor inbreiden; inbreiden voor uitbreiden.

Conclusie
De ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte stelt geen bijzondere randvoorwaarden aan het plan. Het plan is niet van invloed op nationale, ruimtelijke belangen.

4.1.3 Overig nationaal beleid

Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.