Plan: | Hoenderbos IV, Uden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0856.BPhoenderbosIV-VA01 |
Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de nota's:
Het plan wordt aan deze twee documenten getoetst.
Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening in werking getreden. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het provinciale bestuur op de ontwikkeling van Noord-Brabant.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. Onderhavig plangebied is aangeduid.
uitsnede plankaart Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Het plangebied is onderdeel van 'gemengd landelijk gebied' met als nadere aanduiding 'zoekgebied verstedelijking'. In het stedelijk concentratiegebied, inclusief de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking, moet de bovenlokale verstedelijkingsbehoefte opgevangen worden.
De keuze voor de zoekgebieden verstedelijking is tot stand gekomen na een integrale afweging vanuit de gebiedskwaliteiten (hanteren lagenbenadering) samen met gemeenten en waterschappen. De zoekgebieden voor verstedelijking zijn vastgelegd in de Verordening ruimte Noord-Brabant.
De aanduiding 'zoekgebied verstedelijking' geeft aan dat het transformeren van buitengebied naar stedelijk gebied (wonen, werken, voorzieningen, stedelijk groen) afweegbaar is als dat nodig is om in de stedelijke ruimtebehoefte te voorzien.
Analyse
Het plan omvat de nieuwbouw van woningen op gronden die thans een agrarische bestemming hebben. Er is daarmee sprake van een transformatie van buitengebied naar stedelijk gebied die nodig is om in de stedelijke ruimtebehoefte te voorzien.
Nadere regels voor de voorgenomen transformatie zijn opgenomen in de Verordening ruimte Noord-Brabant (zie paragraaf 4.2.2).
Conclusie
Het plan past binnen c.q. is niet in strijd met de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.
Op 1 maart 2011 is de Verordening ruimte Noord-Brabant in werking getreden. De Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.
Het plan omvat een nieuwe stedelijke ontwikkeling in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling. Derhalve zijn de artikelen 2.1, 3.2 en 3.3 van toepassing. Voorts ligt het plangebied in een aardkundig waardevol gebied.
"Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit
Artikel 2.2 - Kwaliteitsverbetering van het landschap
Artikel 3.2 - Stedelijke ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied
Bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling zijn uitsluitend gelegen in bestaand stedelijk gebied.
Artikel 3.3 - Stedelijke ontwikkeling in zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling
Artikel 7.2 - Bescherming van de aardkundig waardevolle gebieden
Een bestemmingsplan dat is gelegen in een aardkundig waardevol gebied:
Analyse
Hieronder is per artikel een toetsing van het plan opgenomen.
art. 2.1 ad 1. |
Het plan draagt zorg voor behoud van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse en voldoet aan het principe van zuinig ruimtegebruik, gebaseerd op de volgende overwegingen: - er is sprake van een overgang tussen de nieuwe woonbuurt en het omliggende agrarisch landschap; - het plan draagt zorg voor een verweving van rood en groen; - er wordt gebruik gemaakt van de bestaande wegenstructuur voor de ontsluiting van het gebied; - het plan wordt gefaseerd uitgevoerd, afhankelijk van de vraag; - de nieuwe bebouwing sluit aan op het bestaande woongebied. |
ad 2.a | Het plan is geen nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, maar een uitbreiding van het bestaande stedelijke gebied van Uden-zuid. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing. |
ad 2.b | Het plan behoort tot de ontwikkeling van de woonwijk Uden-zuid, waarvan de realisatie reeds in 1993 is aangevangen. Het plan is derhalve geen nieuw initiatief, maar een uitwerking van een eerder genomen weloverwogen besluit. Een nieuwe alternatievenbeoordeling is niet aan de orde. |
ad 3.a | Hoofdstuk 5 bevat een toetsing aan de genoemde uitvoeringsaspecten. Hieraan wordt voldaan. |
ad 3.b | Het bouwplan omvat grondgebonden woningen aan de rand van het stedelijke gebied en in aansluiting een bestaande woonwijk met overwegend grondgebonden woningen. Er zal geen sprake zijn van hoogbouw. |
ad 3.c | Het plangebied sluit aan op bestaande wegenstructuur bestaande uit de Ruitersweg en de Karrevracht. Er hoeven geen nieuwe gebiedsontsluitingswegen te worden aangelegd. |
ad 4. | niet van toepassing |
art. 2.2 | De verschillende mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering van het landschap zijn beschreven in de "Handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap, De rood-met-groen koppeling" (Provincie Noord-Brabant, 17 oktober 2011). Gezien de kenmerken van onderhavig plan lijkt een bijdrage van ten minste 1% van de uitgifteprijs ten behoeve van de kwaliteitsverbetering het meest voor de hand liggend. De kwaliteitsverbetering van het landschap kan plaatsvinden binnen en buiten het plangebied. De gemeente Uden bereidt thans haar beleid ten aanzien van de landschapsinvesteringen voor. De kwaliteitsverbetering van het landschap komt pas aan de orde bij de uitwerking van het bestemmingsplan, omdat dan pas kan worden bepaald wat de feitelijke bijdrage is. In de uitwerkingsregels is opgenomen dat een verplichting voor kwaliteitsverbetering van het landschap aan de orde is. |
art.3.2 | Het plan betreft een stedelijke ontwikkeling, maar ligt niet binnen bestaand stedelijk gebied. Afwijking van deze voorwaarde is mogelijk op basis van het bepaalde in artikel 3.3. |
art. 3.3 ad 1. |
Het plan ligt binnen een zoekgebied voor verstedelijking. Een afwijking van het bepaalde in artikel 3.2 is derhalve aan de orde. |
ad 2. | De verantwoording dat het plan niet gerealiseerd kan worden binnen het bestaand stedelijk gebied is opgenomen in paragraaf 4.3.2. |
ad 3. | Het plan omvat geen kantoren of bedrijven, maar uitsluitend woningen. Deze regel is niet van toepassing. |
ad 4.a | Het plangebied sluit aan op het bestaand stedelijk gebied van de woonwijk Uden-zuid. |
ad 4.b | Het ontwerp van het plangebied sluit aan op het ontwerp van het naastgelegen stedelijke gebied. Er is sprake van een vorm van verweving van rood en groen. Het plangebied ligt niet binnen de ecologische hoofdstructuur en er is geen sprake van een ecologische verbindingszone. Het plan heeft evenmin invloed op dergelijke gebieden. |
art. 7.2 ad a |
Het aspect aardkundige waarden is nader beschreven in paragraaf 5.2.2. Het plan voldoet aan de voorwaarden. |
ad b | Voorliggend bestemmingsplan bevat regels ter bescherming van aardkundige waarden. |
Conclusie
Het plan is niet in strijd met de Verordening ruimte Noord-Brabant.
Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.