direct naar inhoud van Artikel 5 Algemene bouwregels
Plan: Multicenter Herpenstraat 60, Uden
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.T09209084A-0401

Artikel 5 Algemene bouwregels

5.1 Ondergrondse werken

Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.

5.2 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen die ook buiten de bouwvlakken zijn toegestaan;
  • b. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 m1 onder peil;
  • c. bij het berekenen van de blijkens de verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in de regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen. Tot ondergrondse gebouwen worden voor de berekening van deze percentages niet gerekend de van de bovengrondse gebouwen deel uitmakende ondergrondse ruimten, voorzover deze gelegen zijn tussen de buitenwerkse gevelvlakken van het bovengrondse gebouw.
5.3 Afdekking van gebouwen

Waar in het plan een maximale goothoogte is aangegeven dient een gebouw aan twee tegenover elkaar gelegen zijden vanaf die of een lagere hoogte te worden afgedekt met hellende dakvlakken, waarvan de helling niet meer mag bedragen dan 60 graden, met dien verstande dat:

  • a. tussen de toegestane (denkbeeldige) dakvlakken met een helling van 60 graden en de voorgeschreven maximale bouwhoogte ook platte afdekkingen, dakvlakken met een helling van meer of minder dan 60 graden en rechtopstaande gevelconstructies (eventueel met goten of daarmee gelijk te stellen constructiedelen) zijn toegestaan;
  • b. geringe overschrijding van de (denkbeeldige) 60 gradenlijn is toegestaan door (gedeelten van) ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen dakkapellen, schoorstenen en andere bouwdelen van ondergeschikte betekenis. Bouwdelen van ondergeschikte betekenis mogen niet meer dan de helft van de breedte van het dakvlak beslaan.
5.4 Bestaande maten en hoeveelheden

Indien afstanden tot, hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer respectievelijk minder bedragen dan in gevolge het in hoofdstuk 2 bepaalde mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

In het geval van (her)bouw van gebouwen is het bepaalde in dit lid alleen van toepassing indien de (her)bouw geschiedt op dezelfde plaats.

5.5 Bijzondere bepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 ten aanzien van de afdekking van gebouwen, zoals geregeld in lid 5.3 van dit artikel.