a. Indien niet op grond van een andere bepaling van de regels ontheffing kan worden verleend, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
1. het afwijken van de in het plan voorgeschreven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
2. het oprichten van een antenne-installatie.
6.2 Voorwaarden
a. De in lid 1, sub b genoemde ontheffing mag slechts onder de navolgende voorwaarden worden verleend:
1. de hoogte van de antenne-installatie mag, gemeten vanaf het peil, niet meer bedragen dan 40 m1;
2. aangetoond moet worden dat voor het oprichten van de betreffende antenne geen gebruik gemaakt kan worden van al bestaande antennedragers;
3. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit als gevolg van het oprichten van de antenne-installatie mag niet worden aangetast.
6.3 Stedenbouwkundige en beeldkwaliteit
Ten aanzien van de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
a. de verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
b. de verhouding tussen de hoogte en de breedte van de gebouwen;
c. de samenhang van de bouwvorm, bouwmassa, hoogte en breedte van gebouwen met de directe omgeving;
d. de situering van de gebouwen op het bouwperceel.