Plan: | Wijzigingsplan Bewester Eede 3 te Sluis |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1714.wpbewestereede11wp-VG01 |
Op 16 januari 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Nederlandse parlement heeft dit verdrag in 1998 goedgekeurd. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat, waar nodig, die waarden veilig gesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden. De kans op het aantreffen van mogelijk archeologische resten is weergegeven op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW).
Op of in de directe omgeving van de bedoelde planlocatie zijn geen archeologische vindplaatsen of monumenten bekend. Op de IKAW, zoals is weergegeven in onderstaande figuur, is de planlocatie gelegen in een gebied met een middelhoge verwachtingswaarde op het aantreffen van mogelijk archeologische resten in de bodem.
IKAW.
Bron: Provincie Zeeland.
Door de ligging van de planlocatie in een gebied met een (middel)hoge verwachtingswaarde lijkt een aanvullend archeologisch onderzoek noodzakelijk.
De provincie is echter geen bevoegd gezag meer ten aanzien van archeologie. Deze verantwoordelijkheid ligt in handen bij de gemeente. Gemeente Sluis heeft een interim beleid ten aanzien van archeologie opgesteld. Hierin is het volgende opgenomen:
In het interimbeleid van de gemeente Sluis ten aanzien van archeologie is opgenomen dat bij terreinen die in een gebied met een middelhoge trefkans gelegen zijn een vrijstelling geldt voor ontwikkelingen tot een oppervlakte kleiner of gelijk aan 250 m2 of een diepte van 0,4 meter onder het maaiveld. In onderhavig geval is sprake van een ontwikkeling groter dan 250 m2 en dieper dan 0,4 meter onder maaiveld. Hierdoor is aanvullend onderzoek noodzakelijk.
Om aan te tonen of in de bodem ter plaatse mogelijk archeologische resten aangetroffen kunnen worden en of deze kunnen worden geschaad door de voorgenomen ontwikkeling, is een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat de trefkans op het vinden van archeologische resten op laag moet worden geschat. Hiermee is vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Echter is er, ondanks de vrijstelling voor vervolgonderzoek, de mogelijkheid voor het vinden van in de bodem verborgen resten. Voor dergelijke vondsten bestaat de meldingsplicht vanuit artikel 53 van de Monumentenwet. Daarnaast dient men bij de graafwerkzaamheden attent te zijn voor mogelijke resten. Tijdens de werkzaamheden zal men attent zijn op mogelijke vondsten en zullen eventuele vondsten worden gemeld bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ). Voor het volledige onderzoek wordt verwezen naar bijlage 4. De dubbelbestemming voor archeologie zal echter in het plan worden gehandhaafd. Voor toekomstige ontwikkelingen op de planlocatie zal een verwijzing naar het uitgevoerde onderzoek echter voldoende zijn om vrijstelling van nader onderzoek te verkrijgen. Hiermee levert dit aspect geen belemmeringen op.
Het cultuurhistorisch erfgoed van Nederland bestaat uit monumentale panden, historische zichtlijnen, kenmerkende landschappen en waardevolle lijn- en/of vlakelementen. Het cultuurhistorisch erfgoed geeft een beeld van de geschiedenis van het landschap. Daarom is bescherming van deze elementen van belang. Om de cultuurhistorisch waardevolle elementen in beeld te brengen is de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) opgesteld.
Volgens de CHW, zoals weergegeven in onderstaande figuur, is de planlocatie niet in een gebied met cultuurhistorisch waardevolle elementen gelegen.
CHW.
Bron: Provincie Zeeland.
De planlocatie is op voldoende afstand van cultuurhistorisch waardevolle elementen gelegen.
Wel is de locatie in een Belvedere gebied gelegen vanuit het provinciale beleid. Hierin staat bescherming van cultuurhistorisch waardevolle elementen centraal. De uitgangspunten uit het provinciaal beleid ten aanzien van deze gebieden zijn verwerkt in het bestemmingsplan "Buitengebied" van gemeente Sluis. De voorgenomen ontwikkeling past binnen de gestelde uitgangspunten uit het bestemmingsplan.
Hierdoor zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen cultuurhistorische waarden worden aangetast.
Het doel van het beleid met betrekking tot aardkundige waarden is om de ontstaansgeschiedenis van het aardoppervlak zichtbaar, beleefbaar en begrijpelijk te houden. Om aardkundige waarden te beschermen zijn aardkundig waardevolle gebieden aangewezen.
Zoals te zien in onderstaande figuur is de planlocatie niet in een aardkundig waardevol gebied gelegen. Het dichtstbijzijnde aardkundig waardevol gebied is gelegen op een afstand van ongeveer 365 meter van de planlocatie.
Aardkundig waardevolle gebieden.
Bron: Provincie Zeeland.
Gezien de planlocatie niet in een aardkundig waardevol gebied is gelegen zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen aardkundige waarden worden aangetast.
De planlocatie is gelegen in een gebied met een middelhoge verwachtingswaarde. De provincie is echter geen bevoegd gezag meer ten aanzien van archeologie, maar de gemeente. Vanuit het interim beleid ten aanzien van archeologie van gemeente Sluis is een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Om te bepalen of eventuele archeologische resten worden geschaad met de voorgenomen ontwikkeling is een archeologisch onderzoek uitgevoerd waarmee is aangetoond dat de voorgenomen ontwikkeling geen nadelige gevolgen zal hebben ten aanzien van archeologie.
De planlocatie is niet in een gebied gelegen met cultuurhistorisch waardevolle elementen. Wel is de planlocatie in een Belvedere gebied gelegen. Hierin staat bescherming van de cultuurhistorische waarden centraal. De uitgangspunten uit dit beleid zijn opgenomen in het bestemmingsplan "Buitengebied" van gemeente Sluis. De voorgenomen ontwikkeling voldoet aan de uitgangspunten uit het bestemmingsplan. Hiermee zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen cultuurhistorische waarden worden geschaad.
De planlocatie is niet in een aardkundig waardevol gebied gelegen. Hiermee zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen aardkundige waarden worden geschaad.