direct naar inhoud van Artikel 4: Agrarisch - Glastuinbouw 1
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0459.047509-ON01

Artikel 4: Agrarisch - Glastuinbouw 1

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw 1'aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kassen, schuurkassen, kasschuren, bollentrekkassen en warenhuizen;
  • b. overige bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van glastuinbouwbedrijven;
  • c. bedrijfswoningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • d. gebouwen ten behoeve van de energievoorziening, voor zover ten dienste van de glastuinbouwbedrijven;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. wegen en paden;
  • f. water;

met de daarbijbehorende:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de energievoorziening en ten behoeve van waterbassins.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 4.1 onder a tot en met d bedoelde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bouwperceel mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde glastuinbouwbedrijf worden gebouwd;
  • b. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • d. het aantal bedrijfswoningen zal per glastuinbouwbedrijf ten hoogste één bedragen;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van de kassen, schuurkassen, kasschuren, bollentrekkassen en warenhuizen zal ten hoogste 80% van de oppervlakte van het bouwperceel bedragen;
  • f. de in lid 4.1 onder a genoemde gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd in het gebied ter plaatse van de aanduiding 'kas';
  • g. de in lid 4.1 onder b genoemde gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd in het gebied ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen';
  • h. de in lid 4.1 onder c en d genoemde bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd in het gebied ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • i. in afwijking van het bepaalde onder a, f, g en h, mag één gebouw, voor zover ten dienste van de glastuinbouwbedrijven, ten behoeve van de energievoorziening worden gebouwd;
  • j. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen zullen tenminste 2,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • k. de maatvoering van de gebouwen zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Kassen, schuurkassen en warenhuizen   -   -   -   -   -   8,00  
Overige bedrijfsgebouwen   -   -   4,50   15   60   12,00  
Bedrijfswoning   150 m²   -   4,00   30   60   8,00  
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   -   75 m²   4,00   -   60   8,00  
Gebouw tbv de energievoorziening   1.000 m²   -   -   -   -   8,00  

4.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. waterbassins zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat waterbassins niet mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de bouwhoogte van een waterbassin zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van silo's ten behoeve van waterbassins zal ten hoogste 12,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of de bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
4.3. Afwijken van de bouwregels
4.3.1. Afstand zijdelingse perceelgrens

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder c in die zin dat de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens wordt verkleind, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.3.2. Tweede bedrijfswoning

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d in die zin dat bij een glastuinbouwbedrijf een tweede bedrijfswoning wordt gebouwd, mits:

  • a. de noodzaak hiertoe uit hoofde van de bedrijfsomvang en de bedrijfsvoering in verband met de continuïteit van het bedrijf is aangetoond en de woning daarbij noodzakelijk is ten behoeve van het toezicht op het bedrijf;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. vooraf een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten is verkregen.
4.3.3. Bouw kassen binnen specifieke bouwaanduiding

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder f in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen', tevens kassen worden gebouwd, mits:

  • a. de noodzaak hiertoe uit hoofde van de bedrijfsomvang noodzakelijk is;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. deze afwijkingsbevoegdheid niet wordt toegepast in het gebied langs de Veenakkers.
4.3.4. Bouw kassen buiten aanduiding 'kas'

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder f in die zin dat kassen worden gebouwd buiten het gebied ter plaatse van de aanduiding 'kas', mits:

  • a. géén kassen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen' en/of 'bedrijfswoning';
  • b. de afstand van kassen tot de weg ten minste 70,00 m zal bedragen;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. langs de Veenakkers dit vanuit stedenbouwkundige overwegingen noodzakelijk is, bijvoorbeeld om een 'getrapte' verkaveling te kunnen realiseren. Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid ten behoeve hiervan moet in acht worden genomen dat de afstand van kassen tot de weg in ieder geval 70 meter moet blijven bedragen en de gemiddelde afstand van de kassen tot de weg ten minste 100 meter moet blijven.
4.3.5. Bouw bedrijfsgebouwen binnen aanduiding 'bedrijfswoning'

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder g in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens bedrijfsgebouwen worden gebouwd, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.3.6. Vergroten goothoogte bedrijfsgebouw

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder j in die zin dat de goothoogte van een bedrijfsgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.3.7. Vergroten goothoogte bedrijfswoning

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder j in die zin dat de goothoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van bedrijfswoningen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep zodanig dat de beroepsvloeroppervlakte:
    • 1. meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw, inclusief de aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen op het bouwperceel;
    • 2. meer bedraagt dan 50 m²;
  • c. het gebruik van de gronden voor de aanleg van (openbare) wegen.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1. Mantelzorg

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4 onder a in die zin dat een vrijstaand bijgebouw wordt gebruikt voor bewoning, mits:

  • a. de bewoning van een bijgebouw uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 80 m².
4.5.2. Gebruik als weg

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4 onder b in die zin dat de gronden worden gebruikt als (openbare) weg, mits:

  • a. deze afwijkingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.6. Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1. Chalets huisvesting werknemers

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat binnen een bouwvlak ter plaatse van een bouwperceel chalets worden geplaatst, mits:

  • a. de chalets noodzakelijk zijn voor de huisvesting van werknemers die werkzaam zijn op het ter plaatse gevestigde agrarische bedrijf;
  • b. het aantal werknemers dat in de chalets wordt gehuisvest per bouwperceel ten hoogste 20 zal bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de chalets per bouwperceel ten hoogste 200 m² zal bedragen;
  • d. de goothoogte van een chalet ten hoogste 3,50 m zal bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een chalet ten hoogste 8,00 m zal bedragen;
  • f. de afstand tussen chalets ten minste 5,00 m bedraagt;
  • g. de toegang van een chalet dient tot op 40,00 m te naderen zijn voor een brandweervoertuig;
  • h. er wordt aangesloten op de uitgangspunten van de Beleidsregels Huisvesting Buitenlandse Werknemers Wervershoof van 25 juni 2009;
  • i. er ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing een erfinrichtingsplan wordt opgesteld
  • j. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de landschappelijke en cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.