direct naar inhoud van 5.15 Recreatieterrein De Winne
Plan: Verblijfsrecreatieterreinen Sluis
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bprecreatieterrein-ON01

5.15 Recreatieterrein De Winne

Recreatieterrein De Winne is geregeld in Artikel 15 Recreatie - verblijfsrecreatie - De Winne, de groenstrook rondom het terrein in Artikel 3 Groen.

Wat is de huidige situatie?

Het terrein De Winne ligt direct ten zuiden van het voormalige recreatieterrein De Sandtplaet even ten buiten van Retranchement. Dit terrein is bestemd als recreatieterrein conform het geldende plan. Op het terrein zijn een bedrijfswoning en twee recreatiewoningen gerealiseerd. Er zijn geen centrale voorzieningen aanwezig.

Rondom het terrein ligt een groenstrook.

Wat zijn de uitgangspunten voor de regeling?

Voor alle verblijfsrecreatieterreinen gelden algemene uitgangspunten ten aanzien van de bestemming, de bouwregels en de gebruiksregels. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf  5.5 Algemene uitgangspunten Recreatie - Verblijfsrecreatie.

Welke functies zijn toegestaan ?

  • 1. Het terrein is gedeeltelijk bestemd als kampeerterrein en gedeeltelijk voor recreatiewoningenterrein. De standplaatsen mogen worden gebruikt voor kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf en het andere gedeelte voor recreatiewoningen.
  • 2. Gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen zoals beheers- en dienstgebouwen zijn toegestaan. Een parkwinkel is niet toegestaan.
  • 3. Per recreatieterrein is een bedrijfswoning toegestaan.

Wat mag er gebouwd worden en hoeveel?

  • 1. De goot- en bouwhoogte, oppervlakte en de inhoud zijn afgestemd op de geldende bouwmogelijkheden.
  • 2. Op het terrein zijn 15 standplaatsen toegestaan. Deze standplaatsen mogen worden gebruikt voor kampeermiddelen en/of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf. Daarnaast zijn 21 recreatiewoningen toelaatbaar.
  • 3. Voor de centrale voorzieningen is een bebouwingspercentage opgenomen van 15%.
  • 4. Op het terrein is een bedrijfswoning toegestaan met een maximale inhoud van 1.000 m³.

Wat zijn de belangrijkste verschillen met de voorheen geldende bestemmingsregeling?

  • 1. Om ondernemers flexibiliteit, mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering, productdifferentiatie en seizoensverlenging te geven is ervoor gekozen om voor het terrein één groot bouwvlak op te nemen. Binnen dit bouwvlak is het aan de eigenaar/exploitant om te bepalen waar functies worden geprojecteerd.
  • 2. Het bouwvlak mag voor 15% worden bebouwd met centrale voorzieningen. Hiermee wordt de mogelijkheid geboden voor het realiseren van extra voorzieningen.
  • 3. Er is geen onderscheid gemaakt naar het soort standplaats. Het is aan de ondernemer om te bepalen of de standplaats wordt gebruikt voor een kampeermiddel of voor een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf.
  • 4. Onder voorwaarden is het toegestaan het bewoonbaar vloeroppervlak van de recreatiewoning te vergroten