Plan: | N322 Zaltbommel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9925.IPN322Zaltbommel-VST1 |
Voor de uitvoering van ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met het aspect water. Om dit te kunnen waarborgen is een watertoets verplicht voor diverse ruimtelijke plannen, waaronder het inpassingsplan. In een waterparagraaf worden de waterhuishoudkundige situatie en de effecten van de ruimtelijke veranderingen op de waterhuishouding beschreven.
In september 2012 is een waterhuishoudkundig plan opgesteld (Randvoorwaarden vanuit water, DHV, september 2012) met de uitgangspunten en randvoorwaarden voor het ontwerp van de weg. Het volledige rapport is opgenomen in Bijlage 4 Waterhuishoudkundig plan.
Huidige situatie
Watersysteem
Het plangebied ligt in de Bommelerwaard ten zuiden van de Waal. De oppervlaktewaterpeilen in dit gebied worden beheerst door stuwen. De N322 kruist meerdere peilgebieden. Het zomerpeil langs het tracé varieert van 1,2 m +NAP tot 1,85 m +NAP.
De N322 ligt langs de zuidgrens van Zaltbommel en is daarmee een scheiding tussen het stedelijk en het landelijk watersysteem. Ten noorden van de N322 liggen van oost naar west bedrijventerrein van Voordenpark, woonwijk de Waluwe en een toekomstig sportterrein. Direct ten westen van de op/afrit van de A2 kruist een A-watergang, met een belangrijke afvoerende functie voor het stedelijk gebied van Zaltbommel, de N322.
In de lussen van de opritten van de A2 liggen twee waterpartijen met een uitgesproken vorm (pijl). Deze zijn in eigendom van Rijkswaterstaat, de vorm van deze waterpartijen dient behouden te blijven.
Bodemopbouw
De bodemopbouw in het rivierengebied kenmerkt zich door een deklaag van rivierklei met daaronder het watervoerend pakket bestaande uit bodemlagen met zand en grind. De stijghoogte van het grondwater in het watervoerend pakket wordt sterk beïnvloed door de waterstand in de Waal. De grondwaterstand in de deklaag wordt beïnvloed door de stijghoogte in het watervoerend pakket en beheerst door het oppervlaktewatersysteem. De dikte van de deklaag varieert sterk.
Beheer en onderhoud
De A-watergangen worden onderhouden door het waterschap. De B-watergangen worden onderhouden door de aanliggende eigenaren en de controle hierop wordt tijdens de zogenaamde schouw uitgevoerd door het waterschap. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van C-watergangen ligt geheel bij de betreffende eigenaar.
Het onderhoud van de watergangen aan de zijde Waluwe tussen de Hogeweg en de op/afrit van de A2 wordt nu nog door de gemeente uitgevoerd, maar binnenkort overgenomen door het waterschap.
De watergang aan de zuidzijde tussen de Steenweg en de A2 wordt door het waterschap varend onderhouden.
Toekomstige situatie
Toekomstig watersysteem
Aanpassingen watersysteem ter plaatse van het nieuwe tracé
Het nieuwe tracé van de N322 vanaf de Steenweg tot aan de aansluiting op de Van Heemstraweg, doorkruist een aantal watergangen in de peilgebieden BOM151, BOM146 en BOM148B. De afwatering moet in de nieuwe situatie gewaarborgd zijn. Het nieuwe tracé van de N322 doorkruist op 4 punten de A-watergang die zorgt voor wateraanvoer naar Zaltbommel. Het nieuwe tracé van deze A-watergang is de belangrijkste aanpassing aan het watersysteem.
In overleg met Waterschap Rivierenland is besloten om het nieuwe tracé van de A-watergang langs de noordzijde van de N322 te leggen. Hierdoor kan de A-watergang ook een waterafvoerende en bergende functie vervullen voor het nieuwe te ontwikkelen sportterrein. De noordelijke oever van de A-watergang wordt uitgevoerd als natuurvriendelijke oever met een talud van 1:4.
Dit is ook reeds beschreven in paragraaf 3.4.1 Nieuw tracé als onderdeel van de landschappelijke inpassing.
Dwarsprofielen
De dwarsprofielen van de watergangen zijn ontworpen conform de uitgangspunten uit de 'Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2009 miv 1-1-2012’. Deze staan tevens in het waterhuishoudkundig plan beschreven. Op twee locaties is het benodigde dwarsprofiel groter dan het minimale dwarsprofiel van een A-watergang. Het Waterschap Rivierenland heeft berekend welke dwarsprofielen hier nodig is om de aan- en afvoer van water voldoende te borgen. Het advies van het waterschap is in het referentieontwerp meegenomen.
Waterberging
Met de aanpassing van de N322 en aansluitende wegen neemt de hoeveelheid verhard oppervlak toe. Dit heeft een extra hoeveelheid versneld afstromend hemelwater tot gevolg. Om dit te compenseren is extra ruimte voor waterberging nodig. Daarnaast wordt in het plan een aantal watergangen gedempt. De ruimte voor waterberging die hierdoor verloren gaat, moet gecompenseerd worden door dezelfde ruimte in nieuwe watergangen.
De in het referentieontwerp opgenomen nieuwe watergangen bieden voldoende ruimte om de waterbergingsopgave op te vullen (in peilgebied BOM146C is in feite een tekort van 4 m2 oppervlaktewater, maar dit is te verwaarlozen).
Voor peilgebied BOM146B is de vrijstelling van compensatie die geldt voor de eerste 1500 m2 extra verharding gebruikt, conform het beleid van Waterschap Rivierenland. Zonder deze vrijstelling zou er in dit peilvak een bergingstekort van 90 m2 oppervlaktewater zijn.
Waterkwaliteit
Het grootste deel van het afstromende hemelwater van de weg voert via de berm af naar de parallel aan de weg gelegen watergang. Uit onderzoek is gebleken dat veruit de meeste vervuiling achterblijft in het bovenste deel van de bodem van de berm. Het is daarom niet nodig om zuiverende voorzieningen aan te leggen.
In het ontwerp is een fietstunnel opgenomen. Het afstromende water van deze fietstunnel zal opgevangen en met een pomp afgevoerd moeten worden. Dit water kan via een bodem- of bermpassage geloosd worden op oppervlaktewater.
Afvoercapaciteit duikers
Als gevolg van de aanpassing van de N322 en aansluitende wegen, moet een aantal duikers verlengd worden. Voor de betreffende duikers is berekend of de afvoercapaciteit bij verlenging nog voldoende is.
Nieuwe duikers zijn conform beleid Waterschap Rivierenland in A-watergangen minimaal 800 mm en daar waar de breedte van de waterlijn bij zomerpeil meer dan 5 m is, minimaal 1000 mm. In B-watergangen zijn duikers in stedelijk gebied minimaal 800 mm en in landelijk gebied minimaal 500 mm. Daar waar duikers niet verlengd maar wel vervangen worden door nieuwe, dient de diameter minimaal hetzelfde te zijn als de te vervangen duiker.
De bestaande duiker onder de N322 door, ter hoogte van de westelijke op/afrit van de A2, voldoet zowel in de huidige als in de toekomstige situatie niet. Waterschap Rivierenland heeft aangegeven dat het voldoende is om de verlenging van de duiker uit te voeren met een breedte van 2,5 m in plaats van 2,0 m (huidige breedte duiker). De verlenging vindt bij voorkeur plaats aan de uitstroomzijde (zuidzijde).
Onderhoud
Ter plekke van de nieuwe watergangen is in het ontwerp voldoende ruimte gereserveerd voor onderhoudsstroken. Er wordt niet uitgegaan van varend onderhoud.
Wateroverleg
Op 19 maart 2012 heeft overleg plaatsgevonden met het Waterschap Rivierenland. Doel van het overleg was het maken van afspraken over de wateraspecten met het oog op de aanleg van de rondweg Zaltbommel en de ontwikkeling van het sportpark Middelweide. Dit biedt (mogelijk) kansen om de wateropgave van beide ontwikkelingen te koppelen. Afgesproken wordt:
Vervolgens is naar aanleiding van dit overleg het waterhuishoudkundig plan aangepast tot een definitieve versie.