direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Buitengebied West
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000800-vo01

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van bos, heidevelden en/of natuurgebieden;
  • 2. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke, landschappelijke en ecologische waarden;
  • 3. recreatief en/of educatief medegebruik;
  • 4. het agrarisch medegebruik;
  • 5. het behoud van de bestaande bebouwing;
  • 6. infrastructurele voorzieningen, zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan;
  • 7. waterhuishouding, uitsluitend voor de sloten en andere watergangen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan;
  • 8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi' , is een schaapskooi toegestaan;
  • 9. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', is een (natuur)kampeerterrein toegestaan;
  • 10. begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  • 11. artillerieschietkamp, ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein';

met daarbij behorende bouwwerken, andere-bouwwerken en voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op de voor Natuur aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken - niet zijnde woningen - ten dienste van de bestemming.

11.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' niet meer dan twee gebouwen worden gebouwd, waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m²;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de begraafplaats, waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²;
  • 3. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • 4. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • 5. de dakhelling mag niet minder dan 18° bedragen;
  • 6. in afwijking van het bepaalde onder 4 mogen ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' gebouwen worden gebouwd ten behoeve van militaire doeleinden, waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m² en de goothoogte niet meer dan 3,5 m.
11.2.2 Andere-bouwwerken

Voor andere-bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • 1. de bouwhoogte van andere-bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m;
  • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 geldt dat de bouwhoogtes voor hoogzitten en observatiehutten niet meer dan 5 m mag bedragen.
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • 1. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • 2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • 3. de landschappelijke inpassing;
  • 4. de verkeersveiligheid;
  • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • 6. de milieusituatie.
11.4 Afwijken van de bouwregels
11.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:

  • 1. 11.2.1 onder 4 ten behoeve van het vergroten van de goothoogte;
  • 2. 10.2.4 onder 1 ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' tot een bouwhoogte van 15 m;
  • 3. 11.2.1 ten behoeve van gebouwen ten behoeve van het bosonderhoud en -beheer zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • a. de aaneengesloten oppervlakte van het onderhouds- en/of beheersgebied ten minste 50 ha bedraagt;
    • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bebouwing maximaal 400 m² bedraagt;
  • 4. 11.2.1 ten behoeve van een schaapskooi ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi' gebouwen worden gebouwd waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 1.000 m².
11.4.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in Artikel 39 Algemene afwijkingsregels.

11.5 Specifieke gebruiksregels
11.5.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 37 Algemene gebruiksregels, wordt in ieder geval gerekend:

  • 1. het gebruik van gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van het normale onderhoud;
  • 2. het gebruik van de gronden als sport-, wedstrijd-, speel-, en/of kampeerterrein, tenzij anders is aangegeven;
  • 3. het gebruik van de gronden voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model) vliegsport;
  • 4. het gebruik van de gronden voor doeleinden van handel- en/of bedrijf met uitzondering van het bosbouwbedrijf;
  • 5. ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' het gebruik van gronden voor militaire oefeningen met voertuigen buiten de paden, banen en wegen.
11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

Artikel 42 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

11.7 Wijzigingsbevoegdheid
11.7.1 Wijzigen naar Verkeer - Categorie 3 en Verkeer - Categorie 4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Natuur' wijzigen in de bestemming 'Verkeer - Categorie 3' of 'Verkeer - Categorie 4', ten behoeve van incidentele verbeteringen, passagemogelijkheden of aanpassingen ten behoeve van een inrichting als 60 km/uur-gebied.

11.7.2 Afwegingskader wijziging

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in Artikel 40 Algemene wijzigingsregels.