Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, met daarbij behorende gebouwen, andere-bouwwerken, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
10.2.1 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
1. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in Artikel 36
Algemene bouwregels;
-
2. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
-
3. het gezamenlijke vloeroppervlak (exclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning en de bij de bedrijfswoning behorende bijbehorende bouwwerken) mag niet meer bedragen dan het in onderstaande tabel bij maximaal oppervlak vermelde oppervlak:
adres
|
bestaand oppervlak (m2)
|
maximaal oppervlak (m2)
|
Kamperweg 86
|
925
|
2887
|
Kanaaldijk 57
|
1.000
|
1.000
|
Kerkweg 38
|
315
|
410
|
Kooiweg 8a
|
825
|
1.075
|
Lagestraat 25
|
650
|
720
|
Mussenkampseweg 32
|
2.600
|
2.600
|
Oenerweg 5
|
615
|
680
|
Zwarteweg 10
|
750
|
825
|
-
4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
-
5. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m;
-
6. de dakhelling mag niet minder dan 18° bedragen;
-
7. in afwijking van het bepaalde onder 4 tot en met 6 geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
10.2.2 Bedrijfswoningen
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende bepalingen:
-
1. bij een bedrijfsvestiging mogen niet meer bedrijfswoningen worden gebouwd dan ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' is toegestaan;
-
2. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 150 m² bedragen;
-
3. bij herbouw, verbouw en uitbreiding van een bedrijfswoning mogen de huidige gevels met niet meer dan 10 m overschreden worden, waarbij de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 5 m mag bedragen;
-
4. in afwijking van het bepaalde onder 10.2.1 onder 5 mag de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedragen;
-
5. in afwijking van het bepaalde onder 10.2.1 onder 6 mag de dakhelling niet minder dan 30° en niet meer dan 60° bedragen;
-
6. in afwijking van het bepaalde onder 3 tot en met 5 geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden, ook in geval van (ver)nieuwbouw.
10.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning de volgende bepalingen gelden:
-
1. de goothoogte en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;
-
2. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 100 m²;
-
3. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 1 m bedragen, of niet minder dan de bestaande afstand indien die minder bedraagt.
10.2.4 Andere-bouwwerken
Voor andere-bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
-
1. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
-
2. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
-
1. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
-
2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
3. de landschappelijke inpassing;
-
4. de verkeersveiligheid;
-
5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
6. de milieusituatie.
10.4 Afwijken van de bouwregels
10.4.1 Bevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:
-
1.
10.2.2 onder 3 ten behoeve van het verplaatsen van de bedrijfswoning binnen het bestemmingsvlak;
-
2.
10.2.2 onder 4 en 5 en toestaan dat de goot- en/of bouwhoogte wordt verhoogd met niet meer dan 2 m.
10.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in Artikel 37 Algemene gebruiksregels, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor doeleinden van zelfstandige bewoning.
10.6 Wijzigingsbevoegdheid
10.6.1 Wijzigen naar Wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Maatschappelijk van een bedrijfswoning te wijzigen ten behoeve van de bestemming Wonen, waarbij geldt dat:
-
1. door de wijziging geen milieuhygiënische belemmeringen ontstaan voor omringende agrarische bedrijven;
-
2. de verkeersaantrekkendheid in vergelijking met de oorspronkelijke activiteit niet of nauwelijks mag toenemen;
-
3. een (bedrijfs)woning alsmede monumentale en karakteristieke bebouwing gehandhaafd dienen te blijven;
-
4. het aantal woningen niet toeneemt;
-
5. geen buitenopslag is toegestaan, tenzij uit hoofde van de bedrijfsvoering is aangetoond dat buitenopslag noodzakelijk is.