direct naar inhoud van 5.37 Wonen
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.114121-0001

5.37 Wonen

In paragraaf 5.1 Algemeen zijn de onderdelen waaruit een bestemming bestaat, toegelicht en is aangegeven waarop de uitgangspunten die in deze paragraaf staan, zijn gebaseerd.

5.37.1 Bestemmingsomschrijving

De bestemming Wonen heeft betrekking op de bestaande woonhuizen met hun bijbehorende bouwwerken. Bijbehorende tuinen, erven en terreinen zijn ook onder deze bestemming gebracht. Binnen de bebouwingsbepalingen voor deze bestemming is in ruimtelijke zin onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen enerzijds en bijbehorende bouwwerken en overkappingen anderzijds. Zo zijn er bijbehorende bouwwerken die ruimtelijk ondergeschikt zijn, maar functioneel deel uitmaken van het hoofdgebouw, zoals een uitbreiding van de woonkamer of een serre. De ondergeschiktheid manifesteert zich in ruimtelijke zin, bijvoorbeeld door een lagere nokhoogte, een terugrooiing, en dergelijke. De oppervlakte van alles wat aan het hoofdgebouw is aangebouwd mag niet groter zijn dan 80% van het hoofdgebouw zelf. In die gevallen waar nog bouwruimte resteert, zal die bouwruimte vrijstaand van het hoofdgebouw gerealiseerd moeten worden.

De woonfunctie mag bij recht gecombineerd worden met een aan-huis-verbonden beroep: een (vrij) beroep dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat gericht is op het verlenen van diensten. Voor de vestiging van een aan-huis-verbonden beroep zijn in de regels een aantal criteria opgenomen.

Het hoofdgebouw is het belangrijkste bouwwerk op het perceel, niet alleen qua bestemming maar ook qua bouwmassa. Daarnaast worden bijbehorende bouwwerken gezien als gebouwen die zowel functioneel als ruimtelijk ondergeschikt zijn aan en ten dienste staan van het hoofdgebouw, zoals een garage, berging, en dergelijke. Een bijbehorend bouwwerk of overkapping kan in die zin zowel vrijstaand als aangebouwd worden gerealiseerd.

Plattelandswoning

In 2010 is een initiatiefwetsvoorstel ingediend om het begrip plattelandswoning te introduceren. Een plattelandswoning is een voormalige agrarische bedrijfswoning. In een bestemmingsplan kan een dergelijke woning een gewone woonbestemming krijgen, terwijl vanuit milieutechnisch oogpunt dezelfde milieunormen als voor agrarische bedrijfswoningen gelden. Door het als zodanig bestemmen van plattelandswoningen, wordt er een nieuwe woonfunctie geboden, zonder dat omliggende agrarische bedrijven hierdoor belemmerd worden. Voornamelijk vanuit het aspect geurhinder worden agrarische bedrijven op dit moment veel gehinderd door voormalige bedrijfswoningen die als burgerwoning in gebruik zijn. Voormalige agrarische woningen die van het agrarische bedrijf zijn vervreemd hebben de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarische bedrijfswoning' gekregen.

5.37.2 Bouwregels

Per bestemmingsvlak is één woonhuis toegestaan. De maximale oppervlakte van een woonhuis is 150 m2. De afstand van het hoofdgebouw (dus het woonhuis) tot de weg mag minimaal de bestaande afstand bedragen. Voor bijbehorende bouwwerken geldt een maximum oppervlakte van 75 m2.

5.37.3 Afwijken van de bouwregels

Vergroten oppervlakte bijbehorende bouwwerken

Veranderen dakhelling bijbehorende bouwwerken

Vergroten aangebouwde bijbehorende bouwwerken

In voorkomende gevallen kunnen bouwplannen niet binnen de gestelde afmetingen passen. Daarom is voor het vergroten van een aantal maatvoeringen en oppervlaktes een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Uitgangspunt voor het toepassen van deze afwijkingen is wel dat er geen afbreuk gedaan wordt aan de landschappelijke warden en dat gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet beperkt mag worden.

Vergroten bijbehorende bouwwerken ten behoeve van compensatie;

Het kan voorkomen dat er bij woningen meer bijbehorende bouwwerken aanwezig zijn, dan op grond van het bestemmingsplan toegestaan is. Dit kan bijvoorbeeld bij vrijkomende agrarische bebouwing het geval zijn. Er is daarom een mogelijkheid opgenomen om bij vervanging van beeldverstorende bijbehorende bouwwerken gebruik te maken van een saneringsregeling, waarbij de bijbehorende bouwwerken op het perceel eenmalig mogen worden vernieuwd. Daarbij mag 50% van het oppervlak tussen de 150 en 500 m² worden teruggebouwd, bovenop de maximaal toegestane oppervlakte van 150 m². Indien meer dan 500 m² aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, mag tot een maximum van 20% van het oppervlak boven de 500 m² worden teruggebouwd. De toepassing van deze regeling heeft tot gevolg dat er een afname van de bestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt. Tevens geldt dat er een verbetering van het aanzicht en of landschappelijke inpassing plaatsvindt.

5.37.4 Afwijken van de gebruiksregels

Daarnaast kan via een afwijkingsprocedure de volgende functies mogelijk gemaakt worden binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak:

5.37.5 Wijzigingsbevoegdheid

Wijziging naar stolp

In het bestemmingsplan is de mogelijkheid opgenomen om een burgerwoning te vervangen door een stolp. De te vervangen burgerwoning mag geen karakteristiek pand of rijksmonument zijn.

Voor de nieuwe stolp gelden een aantal afmetingen die er voor zorgen dat er een hoofdgebouw gerealiseerd wordt, die de kenmerkende uitstraling heeft van een stolp. Daarom geldt een vloeroppervlak van minimaal 12 bij 12 meter en maximaal 20 bij 20 meter voor de nieuwe stolp. De goot- en bouwhoogte mogen maximaal respectievelijk 3 en 15 meter zijn. De dakhelling moet tussen de 45 en 52 (maar bij voorkeur 50) graden zijn. Verder geldt, na wijziging, de bestemming Wonen - Stolp.