direct naar inhoud van Hoofdstuk 1 Inleiding
Plan: Structuurvisie Klavertje 4-gebied
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.SVI0005-VG01

Hoofdstuk 1 Inleiding

Het Rijk, de provincie Limburg en de gemeenten Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo hebben de ambitie een duurzame regionale ruimtelijk-economische structuurversterking te realiseren, geïnspireerd door de Cradle2Cradle (C2C)-principes. Hier wordt invulling aan gegeven door een duurzaam en innovatief economisch netwerk te ontwikkelen, dat geografisch is verankerd in het Klavertje 4-gebied. Waardecreatie is het uitgangspunt, door te streven naar kwaliteit (gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde), het bieden van een economisch perspectief voor bedrijven en het behalen van een maatschappelijk rendement. Daarnaast is het streven gericht op optimale kennisontwikkeling, innovatie en het behalen van gezamenlijk (economisch) voordeel door samenwerking tussen bedrijven. Om het voorgaande een plek te geven is het Klavertje 4-gebied aangewezen als ontwikkelingsgebied voor de agrarische productiekolom, waar werklandschappen, vastgoed, gebiedsbrede voorzieningen en een hoogwaardig landschap worden ontwikkeld.

1.1 Aanleiding structuurvisie

De gunstige ligging tussen aanvoer- en afzetmarkten (mainports en Ruhrgebied en verder), de goede bereikbaarheid en de sterke, van oudsher aanwezige agrarische en logistieke sectoren, hebben ervoor gezorgd dat de regio rondom Venlo zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot één van de vijf Nederlandse Greenports. Rijk, provincie en gemeenten hebben de handen ineengeslagen om de kansen voor een verdere economische ontwikkeling te benutten. Dit wordt vormgegeven door in het Klavertje 4-gebied een omvangrijk werklandschap te ontwikkelen, waarbij de ontwikkeling is geïnspireerd door de C2C-principes. Het Rijk hecht veel waarde aan de gebiedsontwikkeling en heeft Greenport Venlo in de Crisis- en herstelwet aangewezen als project van nationaal belang. Hierdoor is wet- en regelgeving omtrent het omgevingsrecht vereenvoudigd en kan gebruik worden gemaakt van kortere procedures.

In vervolg op de vastgestelde aanvulling op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg voor het Klavertje 4-gebied, willen de drie betrokken gemeenten het ruimtelijke beleid voor dit gebied in een gezamenlijke, intergemeentelijke structuurvisie concreet vastleggen.

1.2 Ligging en kenmerken gebied

De gebiedsontwikkeling vindt plaats op het grondgebied van de gemeenten Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo, nabij knooppunt Zaarderheiken, zie figuur 1.1. Kenmerkend voor het gebied is de aanwezigheid van de vele (grote) bedrijven op het gebied van agrologistiek, tuinbouw en (intensieve) veehouderij. De vestiging van logistieke bedrijven heeft alles te maken met de multimodale ligging van het gebied door de aanwezigheid van snelwegen (A67, A73 en A74), spoor- en waterwegen en de ligging nabij de afzetmarkten.

Figuur 1.1 Ligging Klavertje 4-gebied:

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.SVI0005-VG01_0001.png"

Een groot deel van het gebied heeft een agrarisch karakter met een relatief versnipperde structuur. De aanwezige bebouwing concentreert zich vooral in clusters, gehuchten en bebouwingslinten. Langs de west- en oostrand kent het gebied een aantal bos- en natuurgebieden met landschappelijke waarden.

1.3 Vertaling van economische doelstelling naar duurzaam ruimtelijk perspectief

De rode draad bij het realiseren van de ruimtelijk-economische structuurversterking is duurzame ontwikkeling, geïnspireerd door de C2C-principes. Duurzame ontwikkeling op deze wijze zal moeten leiden tot het behalen van hogere profit voor iedereen en het realiseren van een goede balans in sociaal, ecologisch en economisch opzicht. Belangrijk bij de vormgeving van het werklandschap – geïnspireerd door de C2C-principes – is het creëren van een aantrekkelijke omgeving (groen én stedelijk) waarin landschap en bedrijvigheid hand in hand gaan en elkaar versterken.

In het werklandschap worden (vooral) niet-grondgebonden agrarische en logistieke bedrijven (of aan beide sectoren gerelateerde bedrijven) geconcentreerd en gebundeld. Hierdoor kunnen schaalvoordelen worden behaald en wordt efficiëntie in onder andere vervoer en logistiek bevorderd. Innovatie – het versterken van en het integreren in ketens binnen de agrologistiek - is een belangrijk speerpunt. Bovendien wordt met bundeling en clustering van bedrijfsactiviteiten – vooral uit het buitengebied – in de werklandschappen de versnippering van natuur- en landschapswaarden tegengegaan. Tevens wordt actief ingezet op een efficiënte verkeersstructuur, hoge beeld- en milieukwaliteit, de versterking van de groenstructuren, duurzame energie(systemen) en een duurzaam watersysteem. Onderstaand schema laat zien hoe de (duurzame) ambities doorwerken in de ruimtelijke strategie (uitgangspunten, bouwstenen en projecten) weer, zoals die in deze structuurvisie is opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.SVI0005-VG01_0002.png"

1.4 Voortbouwen op eerdere plannen en beleid

De doelen en ambities voor ontwikkeling van Greenport Venlo en de gebiedsontwikkeling in het Klavertje 4-gebied zijn al eerder vastgelegd in plannen en beleidsdocumenten. De ontwikkeling is opgenomen in de Nota Ruimte, de POL-aanvulling Klavertje 4, de Strategische visie 2030 en Ruimtelijke Structuurvisie van Venlo1, de Visienota Klavertje 4 en het Ruimtelijk Ontwerp Klavertje 4.

De gebiedsvisie en het ruimtelijke ontwerp zijn in 2009 uitgewerkt in het Masterplan en het Strategisch Businessplan Gebiedsontwikkeling Klavertje 4/Greenport Venlo. Thematische uitwerking van voorgaande beleidsdocumenten en plannen heeft plaatsgevonden in onder andere het Blauwplan, het Landschapsplan Klavertje 4, het Energieplan, het C2C-concretiseringsplan en verschillende marktanalyses, die zijn te raadplegen op de website van het ontwikkelbedrijf.

Masterplan: Toekomstbeeld 2020:

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.SVI0005-VG01_0003.png"

De structuurvisie staat op de schouders van deze en andere (vastgestelde) documenten, maar zeker ook op bijdragen uit het proces met ondernemers, bewoners en gebruikers van het gebied.

Overigens worden ontwikkelingen die juridisch-planologisch al zijn geregeld in deze structuurvisie beschouwd als bestaande situatie. Voorbeelden zijn Venlo GreenPark, Fresh Park Venlo, Greenportlane, de glastuinbouwgebieden Siberië (klavers 9 en 10) en Californië (het oostelijke deel van klaver 12).

1.5 Opgave structuurvisie

Een toekomstbestendige visie

Deze structuurvisie is de schakel tussen de ambities zoals die zijn vastgelegd in onder andere het Masterplan en de uitvoering ervan (zie schema in paragraaf 1.3). Het vormt het ruimtelijk beleidsdocument op basis waarvan bestemmingsplannen kunnen worden vastgesteld en omgevingsvergunningen kunnen worden verleend. Dit betekent dat de structuurvisie een bepaalde mate van concreetheid moet hebben. Aangezien de realisatie van de gebiedsontwikkeling vele jaren in beslag zal nemen (tot 2040 en mogelijk verder) is tegelijkertijd flexibiliteit nodig. Alleen dan kan worden ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen en nieuwe inzichten. De structuurvisie geeft hier onder andere gehoor aan door strategisch ruimte te reserveren. Concreet houdt dit in dat er ruimte is gereserveerd voor uitbreiding van infrastructuur en nader te maken keuzen ten aanzien van de positionering van bijvoorbeeld windturbines. Door ruimte te reserveren blijven eventueel noodzakelijke toekomstige ingrepen mogelijk en kan toekomstbestendig worden ingespeeld op de vraag vanuit de markt. De benodigde onderzoeken (planMER en GES) zijn hierop afgestemd.

Concretisering van ruimtelijk concept

In het Masterplan zijn de hoofdlijnen van het ruimtelijke concept voor het Klavertje 4-gebied vastgelegd. Deze structuurvisie concretiseert deze hoofdlijnen, onder andere voor wat betreft:

  • de nadere begrenzing van deelgebieden, mede op basis van het Landschapsplan Klavertje 4;
  • de kaders en de uitgangspunten voor de invulling en inrichting van deelgebieden (inclusief flexibiliteit voor de functionele invulling);
  • het beleid op het gebied van intensieve veehouderij;
  • de fasering van de deelontwikkelingen;
  • de verkeersstructuur;
  • de strategie ten aanzien van ontwikkelingen in het buitengebied van het Klavertje 4-gebied;
  • het beleid ten aanzien van duurzaamheid, milieuaspecten, landschap, water en energie.


Relatie met planMER/GES

Gekoppeld aan de structuurvisie zijn een milieueffectrapport (planMER2) en Gezondheidseffectscreening (GES) opgesteld. Doel hiervan is milieu-/ en gezondheidsoverwegingen volwaardig te betrekken bij de voorbereiding van deze structuurvisie, de afwegingen en keuzes en bij de daaropvolgende plannen en projecten. De planMER brengt de milieusituatie in beeld en onderzoekt de verwachte effecten en mogelijke (duurzame) maatregelen. De GES verkent de effecten op en de mogelijkheden voor verbetering van de gezondheid van mensen die in het Klavertje 4-gebied wonen en verblijven.

De resultaten van de planMER/GES zijn verwerkt in deze structuurvisie. Op deze wijze dragen beide onderzoeken bij aan de doelstelling om de gebiedsontwikkeling zo duurzaam mogelijk tot stand te brengen.

In het eerste half jaar van 2011 is milieuonderzoek uitgevoerd op basis van het werkdocument structuurvisie Klavertje 4 (23 december 2010). Dit heeft geleid tot een aantal keuzes op hoofdlijnen (voorkeursalternatief) en aanpassingen in de conceptontwerpstructuurvisie (30 juni 2011). Daarna zijn de milieu- en gezondheidseffecten van het voorkeursalternatief nader onderzocht en voorzien van duurzame maatregelen. Deze resultaten zijn opgenomen in de voorliggende ontwerpstructuurvisie.

1.6 Proces en procedure

Voordat is gestart met het opstellen van de structuurvisie en planMER is een Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) opgesteld en ter inzage gelegd. Met de binnengekomen zienswijzen en adviezen is in het totstandkomingsproces van de structuurvisie en planMER rekening gehouden.

Structuurvisie en planMER zijn tot stand gekomen in een nauwe samenwerking tussen het ontwikkelbedrijf, de drie gemeenten en de provincie. Daarnaast zijn klankbordgroepen ingesteld van relevante stakeholders die tijdens het werkproces zijn geïnformeerd en geraadpleegd.

Voorafgaand aan de vaststelling van deze structuurvisie heeft de ontwerpstructuurvisie samen met de planMER en de onderbouwende rapportages gedurende zes weken terinzage gelegen. Eenieder heeft in deze periode de mogelijkheid gehad zienswijzen in te dienen. Daarnaast is de Commissie voor de m.e.r. in dezelfde periode om advies gevraagd. De zienswijzen en het advies zijn inhoudelijk afgewogen en hebben op een beperkt aantal onderdelen geleid tot aanpassing van de structuurvisie. De zienswijzen zijn samengevat en voorzien van een reactie in de Reactienota ontwerpstructuurvisie. Het advies van de Commissie voor de m.e.r. is samengevat en beantwoord in de Notitie advisering Commissie m.e.r.

1.7 Leeswijzer

Analoog en digitaal

De structuurvisie is zowel een digitaal als een analoog beleidsstuk. Dit betekent dat het te raadplegen is via een viewer (www.ruimtelijkeplannen.nl) – waarbij per gebied het relevante beleid wordt getoond – maar ook in rapportvorm. De opbouw van de visie sluit aan bij deze twee communicatiemiddelen. De structuurvisiekaart (separaat) moet worden beschouwd als een illustratieve weergave van het voorgenomen beleid. De digitale versie geeft de exacte begrenzingen aan.


Duurzaamheid in deze visie

Deze structuurvisie zet in op duurzame ontwikkeling van het Klavertje 4-gebied. Omdat duurzaamheid integraal onderdeel uitmaakt van de visie is er geen apart hoofdstuk 'duurzaamheid' opgenomen. Duurzame ontwikkeling vormt de rode draad van de gebiedsontwikkeling en is daarom impliciet verweven in de gehele structuurvisie. Daar waar relevant zijn specifieke duurzame maatregelen voor een betere woon- en leefkwaliteit opgenomen.


Opzet document

De structuurvisie bestaat uit het voor u liggende visiedocument, de Structuurvisiekaart, het PlanMER (hoofdrapport), het PlanMER (onderzoeksrapport), de Passende beoordeling en de Gezondheidseffectscreening (GES) (GES). Het visiedocument is opgebouwd uit 8 hoofdstukken. Hoofdstuk 2 schetst een beeld van het belang van en de kansen voor duurzame ontwikkeling van Greenport Venlo en de agro-keten. Hiermee wordt ingegaan op de vraag waarom de ontwikkeling belangrijk is. In Hoofdstuk 3 wordt vervolgens de visie gegeven op Greenport Venlo en de geografische verankering ervan in het Klavertje 4-gebied. Vervolgens gaat Hoofdstuk 4 (strategie) op hoofdlijnen in op de wijze hoe de visie ruimtelijk wordt ingevuld en vormgegeven.

De hoofdstukken 5, 6 en 7 werken de visie en de strategie van hoofdstuk 4 verder uit. Hoofdstuk 5 doet dit aan de hand van verschillende thema's. De hoofdstukken 6 en 7 werken de visie en de strategie uit per deelgebied. Uitvoering van de visie komt aan bod in hoofdstuk 8, waar naast de organisatie, kernactiviteiten en instrumenten ook inzicht wordt gegeven in de uitvoerbaarheid van de visie.